Vanmorgen heb ik de Hanway maar weer eens gestart. De tweewieler heeft een paar maanden(!) stil gestaan. Ik heb haar maar eerst van haar grijze nachtpon ontdaan. Ondanks haar lange slaap in de frisse buitenlucht, ontwaakte ze al na slechts een paar omwentelingen van de startmotor. Prachtig! En maar goed ook, anders had ik haar met een paar flinke trappen willen activeren. Ik ben naar de loods gereden om even te kijken wat daar gebeurt. Het heeft vannacht licht gevroren. De daken en gazons waren wit uitgeslagen. De voorruit van de bus was bedekt met een zacht laagje nat ijs. Handschoenen aan en col om de strot, was dus het advies.
Onderweg voelde het wel koud aan in mijn gewone broek. Op de motor met een snelheid van 100 km / uur had ik het in mijn motorpak minder koud dan op de Hanway met 45 km /uur in mijn dagelijkse outfit.
Maar de kou mocht de rij-pret niet drukken. In de loods was het lekker warm. Tim was aan het schoonmaken (ja, ja) en Ben was met een vriend wat verlichting aan het aanbrengen. Later kwam Sonja ook nog langs. We hebben even koffie gedronken en wat bijgepraat. Daarna ben ik weer op de Hanway gesprongen. Ik zag uit het zuidwesten pikzwarte wolken naderen. Zo'n 5 minuten voor aankomst werd ik bekogeld door een flinke hagelbui. Die witte korrels knalden tegen mijn helm en vizier. Af en toe raakten ze mijn bovenlip, die net boven de rand van de col uitstak. Het leek alsof iemand mijn snorharen er een voor een uittrok. Haha!
Weer thuis wachtte Fenna haar natte baas vrolijk op. Tijd voor de lunch.