Vanmorgen zag ik een stukje van een bevalling op tv. Ik zat zelf een ongeboren kuiken in de vorm van een eitje leeg te lepelen na een croissantje met jam te hebben weggewerkt. Een van de nieuwbakken vaders vroeg zich af of hij dit eigenlijk allemaal wilde. Voorheen had hij de overtuiging, dat hij per se geen kinderen wilde. Die zouden hem van zijn vrijheid beroven. Maar ja, zijn partner wilde wel kids. En dus geschiedde. De nieuwbakken vader was aan twijfel onderhevig.
Toen ik hem zo aanhoorde dacht onwillekeurig aan mijn eigen leven. Stel ik zou niet gekozen hebben voor kinderen? Verder dan die gedachte kwam ik niet. Ik ben nu eenmaal zo opgevoed; ik bedoel emt veel kinderen om me heen. Er stond een bepaald maatschappelijk model voor me klaar, waar ik mezelf in moest zien te gieten. Huisje, boompje beestje, zegt men soms. Misschien was ik wereldreiziger geworden als men mij een ander model had voorgehouden. Mijn levenspad was immers nog een 'schone lei' toen ik geboren werd.
Mijn ouders zullen vanuit de gedachte gehandeld hebben, dat wij het beter moeten krijgen dan zij. Hun lei was al beschreven. Nu behoor ik tot de oudere bomen, die men beter niet verplaatsen kan. Ik merk het als ik series volg waarin mensen ergens in Alaska wonen en leven. Ze zijn selfsupporting. Als ik hen zo bezig zie, krijg ik weer de kriebels. Word ik onrustig, omdat ik dat leven ook wel zou willen. Maar aan de andere kant ook weer niet. Naarmate die lone wolves ouder worden, wordt hun bestaan in die wildernis alsmaar lastiger. En dan moeten ze kiezen : daar sterven of naar de bewoonde wereld verkassen om daar afhankelijk te worden van anderen. De meesten blijven daar. Mijn idee.
Hoewel ik op kantoor terechtkwam, waren mijn liefhebberijen meer van technische aard. Ik heb weleens overwogen een overstap te maken. Maar ik ben toch maar blijven hangen op de ingeslagen weg. Later zag ik dat mijn dromen van toen, nu door onze kids geleefd worden. Dat is toch ook erg bijzonder om te mogen meemaken.