Een wat groot woord voor die kleine visbak, maar ik was er erg trots op. Ik kreeg dat bakkie een keer voor mijn verjaardag. Het was ongeveer 30x20x20 centimeter klein (op de foto naast de tv). Een metalen frame met glas gezet in oranjebruin kit, dat veel weg had van het elastiek van mamma's wekpotten. Ik kreeg dat bakkie met een goudvis en wat zand erin toen ik een jaar of tien was. In die tijd hadden we enkel een kat in huis. Een gitzwart, slim beest dat Moortje heette. Die naam zou nu tot protesten leiden en wellicht een rechtszaak. Maar toen waren mensen nog redelijk, hadden geen negatieve gedachten en vierde het gezonde verstand nog hoogtij. O ja, we hadden soms ook bezoek van een verdwaalde muis. Moortje had al snel in de gaten dat er iets te halen viel in de huiskamer. Misschien omdat ie zwart was. Maar dat weet ik niet zeker. Het kan ook aan het kattenkarakter gelegen hebben.
Dus keek ik op een ochtend in een leeg aquarium. Er lag geen glasplaatje op, vandaar. Met een tweede goudvis in het bakkie had ik eerst de broodplank op het aquarium gelegd. Maar dat vond mamma vies. Over de geur van trassi in de keuken durfde ik toen nog niets te zeggen. Die rook heel erg naar veel dode goudvisjes van heel lang geleden.
Nadat ook goudvis twee plotsklaps was verdwenen kwam via vriendjes toch maar een glasplaatje. Om de lege bak toch weer met waterleven te vullen, besloot ik salamanders te gaan vangen. Die beestjes lieten zich gemakkelijker vangen dan de stekelbaarsjes aan een stukje garen met een gebogen naaldje. De salamanders bevonden zich in grote getale in de sloot, die de tennisbaan van de Hoogmadeseweg scheidde. Met een stok, een stuk garen met aan het eind een regenwormpje geknoopt (arm beest), ving ik zo'n 10 kleine salamanders. Thuis verdwenen ze, met wat watergroen uit dezelfde sloot, in mijn aquarium. De rest van die gedenkwaardige dag (wat een vangst!) keek ik uren lang naar de levendig zwemmende en naar lucht happende salamandertjes. Ik genoot er van. De volgende ochtend was de bak weer helemaal leeg! Het glasplaatje lag er scheef op. Moortje was in geen velden of wegen te bekennen. Ik maakte me zorgen om die kat, want misschien waren salamanders giftig. Wist ik veel. Ik was zo blij als een kind maar zijn kan, toen ik Moortje later die dag gezond en wel weer terugzag. Het bakkie begon op een gegeven moment te lekken. Op de randen onderaan verscheen water. Tijd om mijn aquarium weg te gooien.