woensdag 2 november 2016

Werken is best leuk

Dat is heel lang mijn slogan geweest. Het was niet altijd leuk, logisch, maar per saldo wel. Ik probeerde er telkens weer iets leuks van te maken. Ik moest daaraan denken toen we vanmorgen bij de Milieustraat aankwamen. We hadden een bankstel en een witte uitschuifbare tafel bij ons als grofvuil.
Voor de rit heb ik de bus herfstbladvrij gemaakt. Ja, de herfst is flink bezig. Toen ik op een weg reed waar 80 km/u toegestaan is, zag ik in mijn binnenspiegel een enorme wolk van bladeren van het dak van de bus waaien. Oeps! Gelukkig hield het verkeer achter mij een flinke afstand. Ook weer iets om de komende periode (als er sneeuw of ijs op ligt) rekening mee te houden.
Toen ik daar op de weegbrug stond met de bus met aanhanger, schoof ik zoals gewenst onze milieupas in de kaartlezer. Keurig met de barcode naar boven. Ik verwachtte via de intercom de vraag van wat ik bij me had. Maar die vraag bleef uit. Toen ik door het raam van het kantoortje naar binnen keek, zag ik een chagrijnig kijkende meneer met zijn hand een draaiend gebaar maken. Ik keek naar de pas, draaide hem om en bood hem opnieuw aan. Maar weer gebeurde niets. De intercom bleef zwijgen. De receptionist, met zoals gewoonlijk een chagrijnig gezicht, bleef dat gebaar naar mij maken. Ik begreep niet wat hij van mij wilde. Toen klonk opeens hard door de luidspreker : "Zet uw motor af!" Een 'goede morgen, meneer'was leuker geweest. Toen ik aan het commando gevolg had gegeven, zie hij op chagrijnige toon dat ie nu mij kon horen en vroeg of we soms meubels kwamen brengen. Die had hij op de aanhangwagen zien liggen. Ja, dus. Bij vorige bezoeken hoefde ik de motor niet uit te zetten. Toen werd er via de intercom gewoon gecommuniceerd. Maar ja, toen zat er een vrolijke man daar zijn werk te doen. Door hem werd ik als een klant ontvangen.
Ik werd doorverwezen naar de grofvuilcontainer. Bij de container aangekomen kregen we spontaan hulp van een klantgerichte, vrolijke medewerker. Samen pleurden gooiden we de meubelstukken in de container. Ik bedankte hem vriendelijk voor de hulp.
Weer op de weegbrug besloot ik uit voorzorg de motor van de bus uit te zetten. Je weet maar nooit en ik gun iedereen een leuke werkdag. Maar nadat ik de pas weer uit de lezer had gehaald, bleef het stil. Ik hoop dat meneer toch iets leuks van zijn werk gaat maken. Met een resterend saldo van 80 kilo op de pas startte ik de diesel en verlieten wij de Milieustraat. Bij de bouwmarkt, vlak in de buurt, kochten we een lading balkhout. Die is bedoeld voor de vliering die ik voor een buurtbewoner ga maken. Het hout deponeerden we in de bus, want de aanhanger moest weer retour. Vele kilo's lichter reden we via de aanhangwagenverhuurder terug naar een opgeruimd erfje achter het huisje. De zon scheen vrolijk en de vogeltjes floten. Geen enkele reden om chagrijnig te zijn.