Vanmorgen liepen Fenna en ik richting het bos, toen in elk geval ik getuige was van een bijna-aanrijding. Op het overzichtelijk kruispunt werd een meisje op de fiets bijna omvergereden door een mevrouw in een rode auto. Mevrouw minderde geen vaart, toen ze het fietspad naderde. Het meisje reageerde vliegensvlug en sprong van haar fiets. Mevrouw reed strak voor zich uit kijkend door. Het geschrokken meisje maakte een verontwaardigd gebaar.
Toen de auto passeerde zag ik dat mevrouw enkel de ruitenwisser had gebruikt om de beslagen voorruit weer helder te krijgen. De zij- en achterruiten zaten nog dicht. Een veel voorkomend verschijnsel. Misschien omdat de straffen voor het doodrijden van iemand erg laag zijn geworden.
In het bos kwam ik een oude bekende tegen. Ik zie haar vaak als ze haar hond uitlaat. De laatste keer dat ik haar zag lopen, zag ik haar hond niet. Dat oude lieve beest liep vaak tientallen meters achter haar aan te sjokken. Die keer zag ik geen hond. Na een begroeting vroeg ik haar naar haar hond. Ze vertelde dat ze hem heeft moeten laten inslapen. "Hij was helemaal op", vertelde ze. Ze merkte ook dat de hond in korte tijd steeds treuriger naar haar keek. Het beest was al 15 jaar. Bij de dierenarts heeft ze de knoop doorgehakt en haar trouwe huisgenoot laten inslapen. Ondanks dat de hond er niet meer is, maakt ze nog steeds haar dagelijkse wandelingen en volgt ze met een eenzaam gevoel de routes die ze met hem liep. Dat gevoel ken ik. Dat had ik ook nadat Zorro in zijn slaap overleden was.