Dat 'doen waar je goed in bent' ligt nogal voor de hand en toch ben ik veel mensen tegengekomen, die zich daar niets van aantrokken. Dat waren voornamelijk zelfstandigen en ex-voetballers.
Doen waar je goed in bent is ook de basis geweest van mijn loopbaanontwikkeling. Als ik bepaald werk leuk en fijn vond om te doen, ging ik op zoek naar de theorie. Een goede onderbouwing van de praktijk vond ik belangrijk. Mijn werkgevers ook, want zij deden aan een soort van potentiemeting. Nadat ik blijk had gegeven van mijn ambitie, testte men in hoeverre ik geschikt zou zijn voor dat werk i.c. die functie. N een positieve uitkomst mocht ik opleidingen volgen en als junior beginnen. Als de werkresultaten goed waren groeide ik stapsgewijs door van junior naar senior.
Toen ik als zelfstandige begon, besteedde ik bepaald werk uit. Gewoon omdat ik daar niet goed in was of omdat ik het onaantrekkelijk vond. Zowel het zaken doen als het delegeren heeft als basis vertrouwen hebben in anderen. Ik mag dan nogal een pietje precies zijn, maar ik had inmiddels geleerd dat iedereen op zijn eigen manier denkt en het werk doet. Dat inzicht kreeg ik al vrij snel, toen ik als programmeur in de jaren 70 geconfronteerd werd met computerprogramma's die door anderen waren geschreven.
Door me te beperken tot datgene waar ik goed in was, kon ik niet alleen goed presteren, maar ook lekker in mijn vel blijven. Delegeren (personeel erbij nemen of uitbesteden) vroeg om een andere vorm van aandacht. Die begon met nauwgezet volgen en ging snel over in een vinger aan de pols houden.
Als verwoed dhz'er doe ik natuurlijk veel op een allesbehalve professionele manier. Ik heb mezelf veel aangeleerd door afkijken en vragen stellen. Dat deed ik tijdens mijn loopbaan ook geregeld. Ik omschreef mijn manier van werken en klussen vaak als 'op z'n Japans'. In het land van de rijzende zon kopieerde men veel bestaande processen en producten, maar brachten daarin verbeteringen aan via hun kwaliteitssystemen.