Niet alleen in het bedrijfsleven bepaalt de directie de mentaliteit c.q. de bedrijfscultuur. Dat geldt ook voor (semi) overheidsinstanties. Eerlijk gezegd verbaast het mij niets dat de top van de politie zo bedenkelijk overkomt. Waarom niet? Omdat er onder die top al decennia lang bij de politie ongewenst gedrag plaatsvindt. Niet alleen intern onderling, ook naar buiten toe. Er zullen meer koppen rollen.
Bij een familiebedrijf kreeg ik te maken met omhooggevallen familieleden die in de directie van het bedrijf zaten. De ondeskundigheid spoot van hen af. Ze leidden de zaak dagelijks vanuit een 'ik-ben-de-baas' mentaliteit, bedoeld om hun onkunde te verdoezelen. Het goed opgeleide en ervaren personeel, werd behandeld als voetveeg. Daar was men bang voor. De nietsnutten waren hun vriendjes en hadden een uitzonderingspositie. Die kregen in mijn ogen geen loon, maar een uitkering van het bedrijf. Anderen deden immers hun werk. De sfeer was er om te snijden. Zo ook binnen organisaties, waarin enkel het resultaat telt.
Organisaties met een prettige, betrokken sfeer zijn er ook. Daar was de top ook zo. Er werd met veel plezier gewerkt. Ik heb ruim drie jaar een directeur gehad, die geregeld een praatje met mij maakte. Niet alleen over het werk, ook over mijn welzijn. De keren dat ik overwerkte (periodieke afsluitingen) liet hij altijd even zijn gezicht zien. Als ie weer wegging zei hij : "Maak het niet te laat, Willem." Hij deed dat in het algemeen binnen het bedrijf. Elk kwartaal riep hij het hele bedrijf bijeen en sprak dan over de behaalde resultaten. Als die positief waren, was er geen koekje, maar gebak bij de koffie. We hebben dat alles als erg prettig en motiverend ervaren. Ook omdat hij reageerde op zaken die men graag veranderd zag. Het was een gemeende betrokkenheid. Een soortgelijke ervaring heb ik opgedaan met Eckart Wintzen. Zijn BSO groeide autonoom vanwege de sfeer. Zo kan het dus ook.