donderdag 28 april 2016

Met de gebakken peren

Ze staat af en toe pontificaal voor het raam. Op een manier van 'zie je me niet?' We zien haar wel, met haar chagrijnige gezicht, maar doen alsof we haar niet zien. Zo gaat dat. Eigen schuld, dikke bult.
Haar moeder is ziek. We hebben een heel goed contact met haar moeder, dus meldde ze ons dat ze zich niet lekker voelt. Ze zei ook dat ze haar dochter heeft gebeld. Die zou langskomen. Tja, haar dochter zal wel moeten, want ons bellen zal ze zeker niet doen. Tijdens het laatste telefonisch contact deed ze erg lelijk tegen Sonja. We worden als hulpvaardige buren flink gewantrouwd door beide dochters. De jongste (die eerder een grote mond tegen mij opzette, nadat ik nota bene net de cv installatie van haar moeder van een storing had verholpen) komt niet meer bij haar moeder.  De oudste refereerde in een telefoongesprek met Sonja zelfs aan pasjes, pincodes en een bankrekening, waarvan een hoog bedrag afgeschreven zou zijn!
Je begrijpt dat we daar erg verontwaardigd over zijn. Het gevolg is dat ze vanmorgen vroeg in de auto moest stappen om naar haar moeder te gaan. Met de nodige tegenzin, zoals ze al vaker te kennen gaf. Want Dronten ligt erg ver en ze vindt haar moeder alleen maar lastig. Het arme mens heeft er veel verdriet van. Het is een ritje van nog geen drie kwartier, maar ze heeft net als haar jongere zus weinig op met haar moeder. Je zou dan denken : fijn dat er nog buren zijn die op mijn moeder letten en haar helpen. Nee dus. Ik wens ze alle drie beterschap.