dinsdag 5 april 2016

Als de kat van huis is

"...ik wil naar buiten!!"
Geregeld zie ik briefjes en foto's hangen met de tekst "Wie weet waar -naam van de kat- is?" Vaak gevolgd door de mededeling, dat het beest zo erg gemist wordt en uiteraard een 06 nummer. Meestal moet ik wat glimlachen om zo'n kattebelletje aan een boom of lantaarnpaal. Ik bedoel, zo'n beest heeft toch zeker ook een leven? Een kattenleven. Of wordt ie verwacht voor het mensenritueel : ontbijt, lunch en avondeten. En vervolgens naar bed? Veel mensen gaan met hun huisdieren om alsof het kinderen zijn. Zo ook met katten.
Vaak krijg ik de neiging zo'n oproepje te beantwoorden namens de gezochte kat. In de zin van : 'maak je niet druk, ik ben lekker met vakantie!' Gisteren zag ik hoe een kat uit een pijp op een dak werd gehaald. Dat ging niet zo zachtzinnig. De brandweerman gebruikte een stok met een strik. De kat kreeg de strik om de nek en werd vervolgens naar boven getrokken. De pijp uit. Maar wel levend en in ademnood. Maar, zo was de redenering van de mensen, hij was gered! Zo, en nu die kat zijn verhaal laten doen, dacht ik gelijk.

Poekies verhaal :

"Ik heb het al heel lang helemaal niet naar de zin bij die twee. Ik mag nooit naar buiten. Hun flatje is mijn gevangenis. Mijn kattenbak wordt niet goed schoongemaakt en het eten is eentonig. Ze hebben niet eens een kanarie of een goudvis. Ze denken dat ik een soort mensenkind ben. Ze kleden me zelfs soms aan. 's Nachts moet ik in hun bed liggen. Slapen, terwijl ik erop uit wil. Elke dag weer het zelfde liedje, want mijn baasjes zijn hardleers. Dus ik besloot van huis weg te lopen. De wijde wereld in! Als echte dakhaas vond ik een mooie schuilplaats. In een oude schoorsteen. Dat werd mijn stekkie. Ik hield me in leven door vogeltjes te vangen en dronk uit goten en vijvers. Ik had het prima naar de zin.  Een echt kattenbestaan! Ik heb me in geen jaren zo goed gevoeld.
Gisteren verscheen opeens een groot opgewonden hoofd boven mijn schuilplaats. Die bolle riep op een griezelige toon : "Hallo Poekie!!" Ik schrok me het apezuur en dacht : "Shit! Ze hebben me gevonden!" Toen kwam er een stok met een strop naar beneden. Ik wist niet dat op weglopen voor katten de doodstraf stond. Daarna trokken ze me in die strop naar boven. Ik werd half gewurgd opgesloten in een mandje, nog kleiner dan die rot flat van mijn baasjes. Ik heb weer wat geleerd. Als ik straks weer wegloop moet ik een nog betere schuilplaats vinden."