Fenna en ik liepen op deze Moederdag al vroeg buiten. Het was heerlijk stil. Afgelopen vrijdag zag ik dat er een pakket bouwmaterialen in de berm stond. Dat was aan de rand van het Dorpsbos, tegenover de volkstuintjes. Waarschijnlijk bedoeld voor iemand die zo'n volkstuintje heeft. Gisteren was het verwijderd. Toen Fenna en ik die plek vanmorgen passeerden, zag ik allerlei restanten van verpakkingsmaterialen in het gras liggen. Veel stukjes schuimplastic, wat gewoon plastic en een lang stuk groene plastic verpakkingsband. Aan de andere kant van de weg lag ook een stuk weggewaaid schuimplastic.
Het is voor mij raar, dat mensen met groene vingers zo slecht met het milieu omgaan. Ik heb de groene band en wat klein spul meegenomen. De rest ligt er nog.
Op weg naar huis vond ik ook nog totaal 6 bekers. Drie plastic en evenveel kartonnen (foto is een oude). Het is dus weer zaterdag geweest. Gisteren waren twee buitenlandse tieners hier wat foto's aan het maken. Een van hen gooide naast ons huisje een plastic beker op de grond en trapte dat plat. Toen daarvan gezegd werd dat ze het moest opruimen, zei ze : "Het is geen glas hoor!" Ze moest het toch opruimen. Vanmorgen zag ik de platgetrapte beker verderop in de poort liggen. Ik heb hem maar in haar tuin gegooid, samen met de lege zak van de chips die ze na het consumeren met haar vriendin ook daar neergegooid heeft. Ze woont namelijk recht tegenover ons. Ik heb die mensen al een paar keer vriendelijk uitgelegd, dat we de boel hier wat schoon willen houden. De ouders doen dat nu wel, maar hun tiener dochter nog niet.