Ten tijde van onze tweewielerzaak viel mij het plotseling op. Onze jongste was net uit school (groep 3) en zat in de winkel voor de balie op de grond te spelen. Terwijl ik naar hem keek, drong het tot mij door dat ik voor hem weinig tijd zou krijgen. Zes dagen in de week in de winkel spelen, zag ik voor het ventje niet zitten. Ik wilde ook voor hem tijd hebben. Die wens speelde zwaar mee in de beslissing de zaak na de tweede inbraak te verkopen.
Eerder had ik al op werk een paar keer gehoord over ervaringen van mensen, die als kind zo hun tijd doorgebracht hebben. Vanwege de zaak / het werk van hun ouders. Ze hadden een oppas. Die inmiddels volwassen kinderen waren ook niet zo 'ontwikkeld' als anderen. Ze moesten bezig gehouden worden, beschikten over beperkte sociale vaardigheden en hadden de houding alsof de wereld om hen draait. Ze wilden op hun wenken bediend worden en ze hadden van die standaard antwoorden : daar heb ik geen zin in en dat zie ik niet zitten. Met de handen wapperen was hen ook vreemd. Alsof ze erg weinig energie hadden. Ze zijn opgegroeid met weinig zinvolle voorbeelden en bezigheden. Ze werden in hun jeugd alleen maar zoet gehouden met speelgoed, geld en snacks. Maar ze hebben zich, op karakter, toch weten aan te passen.
Daar wilde ik dus niet voor gaan. Ik ben blij dat we de zaak verkocht hebben. We hebben zodoende aan de jongste net zoveel aandacht kunnen besteden als aan de oudste twee. Ook hij staat al een tijd stevig in z'n schoenen. Net als de andere twee.