Laatst vergeleek ik een goudvis in een kleine kom met een kind dat alle ruimte krijgt : beide groeien niet. Tegenwoordig is het de telefoon, die een kind en z'n ouders alle ruimte geven. De ouders zijn blij om dankzij die telefoon van hun kind af te zijn. Terwijl het nauwelijks groeit, zich niet ontwikkeld. Dus zijn er steeds meer psychische klachten en sociale problemen. "Help, mijn kind is eenzaam!", durven die ouders nog te roepen ook. Soms willen ze dat anderen dan geld doneren. Ze beseffen niet dat ze het over zichzelf hebben : jij maakt je eigen kind eenzaam. Jij zadelt je eigen kind op met psychische en sociale problemen.
Ik heb al sinds mijn kindertijd moeite met het fenomeen onrecht. Toen beperkte het nog tot gestraft worden voor iets wat ik niet gedaan heb. Of waar ik niets aan kon doen. Naarmate ik ouder werd, viel mij steeds meer situaties op, waarin sprake is van onrecht. In dergelijke situaties kon ik vaak niet mijn mond houden. Kwam ik in opstand. Soms met kwalijke gevolgen voor mezelf. Daar word ik aan herinnerd als ik iets hoor of lees over klokkenluiders. Ze vormen een bevestiging van mijn (veel minder erge) ervaringen : wie voor eerlijkheid en/of de waarheid gaat kan zwaar gestraft worden.