Na terugkeer van Curaçao (november 1963) trok ons gezin tijdelijk in bij opa en tante in de Koningstraat. In die periode leerde ik van een vriend van mij een piepklein radiootje te bouwen. Een zogenaamde kristalontvanger. Dat kleine ontvangertje ontving veel zenders, die toen nog op de AM middengolf zaten.
Het grootste onderdeel was de afstemcondensator, een draaimechanisme waarmee ik de zenders kon opzoeken. Ik had de componenten in een klein kastje ingebouwd. De grote draaiknop aan de buitenkant leek vele malen groter vanwege dat kleine kastje. Met een oortelefoon luister ik vaak op zolder in mijn bed naar dat radiootje, dat geen voeding nodig had. Niet veel later kregen mijn broer en ik een heuse Philips transistorradio. Helaas is dat mooie apparaat gedurende de militaire diensttijd van mijn broer door een legervoertuig overreden. Het apparaat zag er zo uit, maar dan in de kleuren groen en ivoor.
Later heb ik zelf een radio mogen kopen, voor op de slaapkamer. Dat ding kocht ik vergezeld door mijn broer bij Muller in de Oranjewijk in Leiderdorp. Dat was een wat komisch gebeuren. Mijn broer voerde (natuurlijk) het woord en vroeg eerst naar een gloeilamp. Toen meneer Muller met dat bolletje kwam aanzetten zei mijn broer : "Doe er maar ook dat radiootje bij.", wijzend naar het beoogde apparaat op een schap. Muller lachte eerste en geloofde hem dus niet. Na enig aandringen kwam ook de radio op de toonbank terecht.