vrijdag 3 juli 2020

Op de motorfiets

Ik mag dan mijn laatste motorfiets verkocht hebben, maar ik rij er nog geregeld op. In gedachte. In gedachte stap ik op mijn motor. Als iemand mij iets vertelt wat mij niet echt boeit. Zoals de toespraken over Corona. Hoeveel mensen zouden inmiddels de gebarentaal machtig zijn?
Ik geef toe, dat in het algemeen mannen slecht kunnen luisteren. Het is een veel gehoorde klacht van vrouwen. Je moet toch ergens slecht in zijn? Niet of slecht luisteren dus. Volgens mij is het een gevolg van datgene wat Eva tegen Adam in het paradijs zei over de verboden boom (was geen appelboom hoor) van Kennis van Goed en Kwaad. Adam luisterde toen nog naar zijn vrouw. Maar als hij vooraf had geweten wat een ellende daaruit zou voortkomen, had de mens nog een jaar of wat in het paradijs mogen doorbrengen. Want er is altijd weer een man die toch luistert; de kwestie van uitzonderingen en de regel. Maar het kan ook ergens anders aan liggen. Op dat punt is er wellicht een heel andere klik. Het geluid van een soort automatische oordop.
Terwijl iemand aan mijn grijze kop staat te zeuren, want dat is het dan voor mij, stap ik in gedachte weer op de motor. Dan rijd ik naar het strand, een lange rit die mij langs allerlei leuke stekken brengt. Dan een stukje over de boulevard en vervolgens met het voorwiel richting de zee een parkeervak in. De bike gaat op de bok en ik in het zand. Dan zit ik daar wat te mijmeren over van alles en nog wat. Totdat ik opeens een klap voor mijn hoofd krijg en iemand roept : "Je luistert niet eens!" Als een ware tijdreiziger ben ik opeens weer terug. Dat is toch ook onvoorstelbaar mooi?
In het begin maakte ik de fout door te beweren dat ik wel luisterde. Maar op de vraag wat er als laatste gezegd is, heb ik dan geen antwoord. "Dat ben ik vergeten" of "dat heb ik net niet gehoord", kan ik nu met een gerust hart zeggen.