Er zijn van die momenten in mijn leven, dat ik een sterke drang tot ingrijpen met veel moeite weet te onderdrukken. Zoals vanavond dus. Een jong stel komt het terrein op, om hun gereserveerde plek te zoeken. De vrouw draagt een baby in haar armen. Het arme kindje heeft blote voetjes, blote armpjes en ook nog een kaal koppie. Ik schrijf dat zo, omdat het inmiddels aardig fris geworden is. De zon is verdwenen en er staat een behoorlijke wind hier. Zelf hebben wij onze lange broek, sokken en vest aangetrokken. Maar ja, wij zijn oudjes.
Het stel komt even later terug in een auto met een caravan erachter. Moeder stapt uit met de kleine in haar armen. Pappa wil het kindje een jasje aandoen, maar moeder heeft liever een kleedje in het gras. Dus verdwijnt het jasje. Moeder legt de kleine op het dekentje en gaat in de caravan een vest voor zichzelf halen. Want ze heeft het koud. Na wat gedoe over de plaats van de caravan, besluit moeder om toch maar een dekentje over het kindje op de grond te leggen. Terwijl pappa met de auto de caravan op zijn plek probeert te manoeuvreren, geeft moeder achter de caravan aanwijzingen. Geen van beiden kunnen de kleine op de grond zien. Een raar gezicht om zo met een auto bezig te zijn terwijl vlakbij een baby op de grond ligt. Gelukkig gaat het goed. Na anderhalf uur(!) ligt het kindje nog steeds op de grond. Pappa en mamma drinken een pilsje. Op de goede afloop? Oma Sonja kreeg er helemaal de kriebels van.
Wij zijn natuurlijk ouderwets. Wij denken nog dat een baby'tje het sneller koud heeft dan een volwassen iemand. Een baby op de grond leggen naast een auto waarmee je gaat rijden, vinden wij onverantwoord. En een baby vasthouden, dragen, deden wij ook anders. Het is immers een klein mensje en geen pop.