donderdag 9 juli 2020

Bami uit de fabriek

Gemak dient de mens. Als het mij zo uitkomt, koop ik kant en klare nasi of bami in de supermarkt. Voor mij is ie niet kant en klaar, maar vormt ie de basis voor mijn nasi of bami.
De zogenaamde fabrieksbami bevat veel andere ingrediënten. Zoals gepasteuriseerd ei. Ik houd het bij een gebakken ei. Ik gebruik ook geen trifosfaten, antioxidanten, natriumnitriet (ik doe niet aan conserveren, maar aan opeten), raapolie, gistextract, mais- of zetmeel, maltodextrine, suiker(!?) en/of gehydroliseerd maiseiwit. Het is nogal wat. De fabrieksbami kent geen knoflook en ook geen trassi. Wel wat prei, maar geen kool en helemaal geen taugé (voor de liefhebber). De ketjap en de sambal / peper ontbreken ook net als de ve-tsin, maar dat is meer van de Chinese keuken. Dat witte poeder werd ooit als slecht voor de gezondheid beschreven door een Chinese meneer Ho Man Kwok. Zijn naam werd toen een gevleugelde tegenwerping als het over ve-tsin als zijnde slecht voor je gezondheid ging.
Gisteren heb ik zo'n bakje fabrieksbami gebruikt als basis en er mijn ingrediënten aan toegevoegd. Zo smaakt het mij beter, dan uit het bakje via een magnetron op mijn bord. Ik had er ook een klein stukje (zo'n 2 cm lang) dun gesneden rode peper bijgedaan (zonder de zaadjes), dat eenzaam in de koelkast lag. Wat bleek? Dat stukje was zo heet als ik weet niet wat. Pittige bami dus. Met kerriekip. Ik heb ervan genoten.