Toen ik later in de bus naar huis reed, zag ik op het fietspad een mij bekende bewoonster rijden. Wat denk je? Opeens maakten mijn hersens verbinding tussen haar en die latten! Wat een toeval! Mijn grijze massa spuugde opeens de herinnering uit. Zij heeft in de tuin een bankje staan. Ze heeft een keer iets gezegd over de emotionele waarde van dat tuinmeubel.
Weer thuis ging ik met Fenna op pad. En wie tref ik voor haar huis? Juist, de mevrouw van het bankje. Dus heb ik haar gevraagd of ze het bankje nog heeft. Ze keek me wat verbaast aan en vroeg welk bankje. Toen ik haar wat op weg hielp met wat ik me nog kon herinneren van haar opmerking, riep ze opeens : "Dat bankje wat in mijn tuin staat?! Ja, dat staat er nog." Ze verhaalde weer over de geschiedenis van het bankje. Het is ooit van een vriendin geweest, die lang geleden is overleden. Ze hebben er vaak samen opgezeten, terwijl ze kletsten en koffie dronken. Haar ogen glommen toen ze daarover sprak. Ik vertelde haar over mijn voorstel, dat bankje voor haar op te knappen. Ze keek me opeens wat verlegen aan. Toen ik haar vroeg : "Of wil je dat liever niet?", zei ze wat teleurgesteld dat diverse mensen haar dat al een keer hadden beloofd. "Ik beloof niets, ik ga het doen", zei ik. We spraken af, dat ik eerst Fenna zou uitlaten en dan zou terugkomen voor het bankje. Ze zou de tuindeur alvast openzetten, zei ze blij.