dinsdag 28 juli 2020

Het witte huis

met dank aan Rens
Ze zat bij mij in de klas op de lagere school aan de Kastanjelaan. Ik vond haar iets vertederends hebben. Later, veel later kwam ik er pas achter wat het was. Toen hadden wij honden in huis. Ze had van die lieve trouwe hondenogen. Dat was het.
Een keer vroeg ze of ik bij haar thuis wilde komen spelen. Ze woonde aan de andere kant van de Rijn, in een mooi wit vrijstaand huis. Tegenover de Gereformeerde, zo aan het water. Om de tuin was een hek. En vlak bij die tuin, in het water stond een groot bord met een waarschuwing. Je mocht niet zwemmen in de Rijn vanwege de kans op een gevaarlijke ziekte; kinderverlamming / polio. Er werd in die tijd nog van alles geloosd in de Rijn.
Ik voelde me behoorlijk opgelaten toen ik het mooie huis betrad. Ik voelde ook dat ik daar niet echt paste. Haar moeder kwam naar mij toe en gaf mij een hand. Elsbeth zei enthousiast tegen haar : "Mam, dit is nou Wimmie. Hij is zo grappig. Ik moet heel vaak om hem lachen." Ik lachte wat verlegen en mijn gevoel van ongemak groeide. Toen zei Elsbeth opeens : "Kom op Wimmie, zeg eens iets grappigs!" Maar op dat moment viel ik helemaal stil. Van dat bezoekje kan ik me verder niets meer herinneren. Met de aanleg van de A4 en de bouw van het viaduct annex de brug over de Rijn, verdween ook het mooie witte huis uit ons dagelijks uitzicht. Alleen de bovenkant van de RK kerk in Zoeterwoude, die in het verlengde van het witte huis stond, bleef zichtbaar.