Vanmiddag heb ik weer een bank gemaakt. Het houdt maar niet op. Niet dat ik iets met banken heb, al heb ik er diverse keren voor gewerkt. Nee, dit keer heb ik gevolg gegeven aan een oude, wijze(?) Chinese spreuk. Die zegt : 'Wie zijn geliefde matst, matst zichzelf.' Ik heb die spreuk in een gewijzigde variant ook vaak tijdens mijn werk als leidinggevende toegepast : wie de oude matst enz.
Sonja wilde voor het huis, tegen de gevel onder het grote raam, een bankje hebben. Er staat nu een enorme stoel, gemaakt van steigerhout. Maar dat ding neemt nogal veel ruimte in beslag in die enorme voortuin van ons van bijna 3 meter diep. Ik moet dat onding telkens verplaatsten als ik de ramen ga zemen.
Er was wat steigerhout over, dat ooit een deel van een bed was. Het was vooraf passen en meten, om met zo min mogelijk gezaag en verlies van hout een bank naar wens te maken. De rugleuning mocht niet hoger dan 60 cm worden, zodat het raam / uitzicht vrij blijft. In de zon en in mijn blote bast ben ik aan de slag gegaan.
Sonja was met het grut naar de speeltuin, dus daar hoefde ik me geen zorgen over te maken wat het gereedschap en dergelijke betrof. Vooral de kleine Luuk is een nogal ondernemend mannetje. De bank is zo'n 2 meter lang en 40 cm diep. Er kunnen heel wat planten op. Want dat is de bedoeling. Hij is dus niet om op te zitten. Vandaar dat ik de rugleuning gewoon haaks op de zitting geschroefd heb. Voor de kniesoor, ik heb 1 cm gesmokkeld, omdat ik geen zin had om beide kanten van de zitting wat in te korten. Dan kan iemand met een timmermansoog zien, dat het door een amateur gemaakt is.