maandag 20 april 2020

In en om ons tuintje

Tijdens een wandeling met Fenna zag ik een briefje hangen aan een boom met een afbeelding van een dakhaas. Ze heet Amber en wordt gemist. Ach ja, het is weer voorjaar. Ik zie een hausse aan berichten waarin men oproept uit te zien naar een kat, die al een tijdje van huis is. Het zijn voornamelijk katers. Deze dame is hoogst waarschijnlijk de mannen aan het plezieren. Je hebt nu eenmaal dames die veroverd willen worden en zij die zich aanbieden.
Volgens het briefje wil Amber heel graag naar huis. Ik durf dat ernstig te betwijfelen.
Toen de zon van de voorgevel van ons huisje was verdwenen, ben ik de ramen gaan zemen. Hé dat is rijmen of dichten, zonder mijn hemd te lichten.
's Middags heb ik mijn hemd, shirt uitgedaan en ben ik in ons tuintje aan de slag gegaan. Niet met geheel ontbloot bovenlijf, want ik wilde de buurtdames niet het hoofd op hol brengen. Voorjaar, weet je wel? Ik heb overigens een keer die houten specht gerepareerd. Daarna heb ik de deur van het schuurtje van een stopper voorzien, zodat ie niet meer dat houten gevederde beest een knal voor de kop kan geven. Ik ben met een stukje speciaal gereedschap de voegen tussen de tegels gaan ontdoen van ongewenst groen. Anderen noemen het onkruid, maar volgens mij bestaat er geen onkruid. Wel gewenst en ongewenst groen. En dat verschil ligt aan de smaak : ga je voor kunst (teelt) of voor echt?
Waar Sonja een maand overdoet is bij mij in een paar uur gepiept. Ik heb het niet over schoonmaken en dergelijke (daar is ze sneller in dan ik), maar over bruin worden. Dus deed ik weer tijdig mijn shirtje aan. Anders denken de mensen dat ik stiekem toch met vakantie geweest ben. Tegen alle adviezen en regels in.