woensdag 22 april 2020

Een gewone corona-dag

Vandaag heb ik toch weer twee mensen kunnen helpen. Een mevrouw was op zoek naar een paar speciale bouten en moeren. Ze waren nodig om een bed in elkaar te zetten; ze kwam een aantal tekort. Laat ik die bouten een weekje geleden nog gezien hebben, toen ik een van mijn bakken met spullen aan het opruimen was. Ik heb ze in een boterhamzakje gedaan en op de regenton gelegd. Daar kon mevrouw de bouten op elk moment van de dag en op veilige afstand pakken. Aldus geschiedde en ze is er blij mee.
's Middags werd er aan de deur gebeld. Door het glas zag ik dat de kleine bezoeker op afstand ging staan. Toen ik de deur opende werd ik begroet (beleefd en met twee woorden!) door een Syrisch jochie, dat hier vlakbij woont. Hij vertelde (in zeer goed Nederlands!) dat hij een opdracht voor school aan het maken was. Nu wilde hij van mij weten hoe de bomen op het pleintje heten. Met zo'n vraag overviel hij mij, maar ik beloofde hem het voor hem uit te zoeken. Hij bedankte mij en vertrok.
Ik heb de naam van de boompjes zo vaak gehoord en toch kon ik er niet meer opkomen. Grrr. Dus even achter de laptop gekropen. En ja hoor, daar kwam de bolacacia voorbij ook bekend als de Robinia en nog wat (latijns). Ik heb de naam even opgeschreven en ben met het briefje naar zijn huis gegaan. Daar heb ik het in de brievenbus gedaan en vervolgens aangebeld en een paar stappen achteruit gedaan. Toen zijn vader had opengedaan, wist hij al waar ik voor kwam. Ik wees naar het briefje in de bus en zei dat het voor zijn zoontje is. Pa bedankte mij en stak zijn duim op.
Weet je nou wat het is? Zie ik dat jochie daar staan, dat heel goed Nederlands spreekt (niet met zo'n accent als menige 2e en 3e generatie Noord Afrikaan) en ook goed bezig is. Dat maakt mij nou zeer blij. Voor zo'n iemand wil ik best wat extra's doen. Motiveren en stimuleren dat joch!