vrijdag 7 april 2017

Relativeren

Het kan altijd erger. Dat is zo. Ik relativeer wat dat betreft vaak. Gedurende mijn donkere periode schoot ik daarin erg door : niets was meer belangrijk. Dat was natuurlijk niet goed. Relativeren is voor mij niet iets goedpraten. Het is voor mij meer een vorm van realisme. Een soort afweging maken nadat mij iets overkomen is of zich een voorval heeft voorgedaan. Als iemand mij slecht behandeld heeft, dan vraag ik me af welke dingen hij ten opzichte van mij wel goed gedaan heeft. Niemand is perfect. Oké, soms zie ik dan niets, sta ik met lege handen, en blijk ik hem dan erg veel kansen gegeven te hebben. Waarschijnlijk omdat het mij niet zoveel deed of omdat ik niets terug verwachtte.
Door te relativeren beklaag ik me niet over mijn financiële situatie, want ik weet dat er mensen zijn die het veel slechter hebben dan ik. Aan de andere kant is het ook zo, dat ik telkens weer er iets van wil maken. Iets leuks, positiefs. Als het regent bedenk ik andere activiteiten in plaats van met een chagrijnige kop op de bank hangen. En na regen komt zonneschijn.
Gisteren werd ik gewaarschuwd, omdat een graafmachine erg dicht tegen de camper zijn werk aan het doen was. Het eerste wat er bij mij uitflapte was : "Ach, het is maar een ding hoor." Mijn gesprekspartner keek mij hoogst verbaasd aan en zei : "Ja, maar dat ding kost toch veel geld?" Tja, geld. Ook leuk, maar ook niet op de eerste plaats.