"Om
halfzeven moest je het bed weer uit, je bed opmaken en zorgen dat je om half
acht aan tafel zat voor het ontbijt. Ik ging graag naar school, weg van
Voordorp. In een groep liepen we dan naar de Kastanjelaan. Ieder naar zijn
klaslokaal.
Tussen
de middag liepen we weer terug voor het warm eten. Als je je bord niet leeg had
kreeg je dat bord eten na schooltijd weer voor je neus. Je mocht niet buiten
spelen eer het op was. Ook al lustte je het niet. Zuurkool met hele pepers erin.
Brrrr! Ik bleef kauwen. Het buitenspelen vond ik fijn. Ik voelde dan een zekere vrijheid. Maar we werden altijd goed in de gaten gehouden door tante Annie, een leidster. Ze deelde vaak klappen uit. Haar handen zaten behoorlijk los."