"Het gehecht zijn aan iemand of iets, kan flinke problemen opleveren. Want er komt een tijd dat je moet onthechten. Dus is het beter om je niet te veel te hechten." Zoiets las ik in korte bewoordingen op een scheurkalender met boeddhistische wijsheden.
Ik vroeg me gelijk af hoe dat zou kunnen, helemaal als je erg veel van iemand houdt. Dat gaat toch samen? Na hun overlijden merkte ik pas hoe zeer ik gehecht was aan mijn beide broers.
Mijn vraag leidde tot een zoektocht op het internet. Daar las ik op verschillende plaatsen, dat het mogelijk is om te houden van, zonder je te hechten. Dat is iets nieuws voor mij. Samen met de wetenschap van de tijdelijkheid van ons bestaan op deze wereld, zou het voor mij ook mogelijk zijn om toch te houden van zonder me te hechten. Als je van iemand houdt, dan laat je zo'n iemand ook vrij, zo las ik. En dus ook vrij om te gaan. Definitief te gaan. Dat deed me denken aan het afscheid van mijn moeder. Aan datgene wat ik tegen haar zei op haar sterfbed : "Het is goed zo. Als je wilt mams, ga dan maar." Dat deed erg veel pijn, maar het had toch ook weer iets goeds. Ze wilde zo graag naar haar man en mijn broers, maar voelde zich ook nog verbonden met ons hier op de wereld. Ze kneep mij met een dankbare glimlach in mijn hand.
Iemand zei mij naderhand, dat mijn uitspraak een voorbeeld is van echte liefde. Iemand waaraan je erg gehecht bent, toch laten gaan. Toch de vrijheid geven. Ik heb na het lezen van allerlei stukjes op het internet meer begrepen van hechten en onthechten, of rouwen of afscheid nemen zo je wilt. Maar het blijft lastig een scheiding aan te brengen tussen liefhebben en hechten.