Bij de bushalte zie ik zowaar een pan half uit een vuilcontainer steken. Een stel dat net komt aanlopen, kijkt vol verbazing naar de pan. Mevrouw vraagt lachend : "Wie loopt er nou met een pan op zak?" Dat was dus ook mijn eerste gedachte. Maar iemand kan net zo goed de pan op straat gevonden en hem hier ingestopt hebben. Wie zal het zeggen? De positivo onder ons zeggen dan : "Nou ja, hij ligt in elk geval niet op straat." Sprekend over de alsmaar toenemende vervuiling, beklaagt meneer zich over een bewoner, die in de flat waar hij woont een hond zijn behoefte laat doen. "In het trappenhuis en in de hal ligt dagelijks hondenpoep! Kunt u zich dat voorstellen?", zegt hij verontwaardigd. Nou dat kan ik best hoor. Onze Lieve Heer heeft vreemde kostgangers. Een dergelijke situatie troffen we ook in het appartementengebouw in Leiden waar we woonden. Daar was het nog erger. De appartementen waren gestoffeerd. De trappen en hal waren bekleed met vloerbedekking. Dat was wat erg optimistisch. Ook daar liet iemand zijn hond geregeld zijn behoefte doen. Probeer dat maar eens schoon te krijgen. Wat een lucht!
Er waren ook bewoners die volle vuilniszakken van drie hoog in het trappenhuis naar beneden lieten vallen. Nee, zo schoon zijn we echt niet in Holland. We hebben een goede schoonmaakdienst. Maar die vecht steeds meer tegen de tijd in plaats van tegen het vuil.