Bij de kassa sta ik achter een wat oudere mevrouw. Ze is in alles wat traag. Maar ik ben geduldig en heb zeeën van tijd. Ze legt in een erg traag tempo haar boodschappen een voor een op de band. Het lijkt net alsof ze telkens eerst het product in het wagentje bestudeert, alvorens het op te pakken. En dan kijkt ze er naar met een blik van : "wat moet ik hier eigenlijk mee?" en legt het dan voorzichtig op de band.
De mevrouw achter de kassa kijkt me wat gespannen aan. Misschien loopt haar statistiek van het aantal gescande producten per klant nu in de soep. Ik knipoog naar haar en trek met duim en wijsvinger aan een plukje van mijn eigen grijze haar. Ze begrijpt de boodschap en glimlacht. Ach ja, wie weet ben ik straks ook zo. Eigenlijk is het een aandoenlijk gezicht. Als alles gescand is, is ze nog rustig bezig om de boodschappen stuk voor stuk in haar tas te doen. Ook nu weer bestudeert ze elk gescand artikel alvorens het in haar tas te laten verdwijnen. Achter mij zucht iemand opvallend hard. Dat moet wel, want ik ben wat doof. Ik geniet van de rem die ze in alle rust op de dagelijkse haast weet te gooien met haar manier van doen.
Als alles in haar tas gedeponeerd is, gaat ze op zoek naar haar portemonnee. Die weet ze relatief snel te lokaliseren. Dan begint het neertellen van het aankoopbedrag. Ze trekt daarbij een ernstig gezicht. Ze legt een biljet op de balie en zegt : "Dat is tien". Dan grabbelt ze in haar portemonnee en telt hardop de muntstukken, die ze een voor een bekijkt van beide kanten en vervolgens neerlegt. De kassière veegt met de ene hand het hele bedrag in de ander en stort het gesorteerd in de lade. Ik schrik van het hoge tempo waarmee ze dat doet. Ik had graag gezien dat de oude vrouw ook de kassabon zou bestuderen en controleren, maar dat deed ze niet. Ze kijkt op naar de rij, groet iedereen met een opgewekt "goede middag" en schuifelt voetje voor voetje naar de uitgang. Het heeft toch wel wat. Dat ouder worden.