Ingezonden.
Terwijl
ik in de fietsenstalling de inhoud van de boodschappenkar overhevelde
in mijn twee ruime fietstassen zat op het zadel van een fiets, amper op
twee meter afstand van mij, een kauwtje luidruchtig mijn aandacht te
trekken met een keihard ,,Ka, ka!, ka!" dat bijna pijn deed aan mijn
oren. Waarschijnlijk was het een van de kauwtjes die ik thuis de toegang
tot de pindapot in de tuin heb ontzegd door het aanbrengen van een
hangend stokje, op enige afstand van het huisje, en een paar dwarrelende
touwtjes waardoor ze er niet meer bij konden komen (dacht ik!).
Mogelijk kwam hij mij daarvoor nog even de huid vol schelden. Of,
......en dat kan ook zomaar; mij keihard uitlachen!
De kauwtjes
hebben ondertussen n.l. iets bedacht om, juist dankzij mijn versperring,
alsnog bij de pindapot te kunnen komen. Werkelijk héél slim (petje
af) en dat ze mij daarmee voor joker zetten moet ik maar voor lief
nemen. We hebben al een paar potten extra aangeschaft. ,,Ká, ká, ká!”.
,,Já, já, já, ik hoor je wel! ”. Eigenlijk een prachtvogel, en zo
dichtbij. Een dame tegenover mij in de fietsenstalling hielp me uit de
droom met: ,,Nee hoor, deze herriemaker zit hier bijna elke dag te
bedelen naar iets eetbaars". Tja, 'een vliegende kraai vangt altijd
wat'. En ook: opgeruimd staat netjes, rond de vuilnisbakken. Behalve
natuurlijk die lege puntzakjes, gedachteloos weggegooid door een andere
'vogel'.