vrijdag 3 juli 2020

Wegkijken

Het was lang geleden toen ik een hond opeens over de straat achter een kat zag rennen. Ik wist van wie de hond was en zag de eigenaresse vlug de riem in haar broekzak proppen en doorlopen alsof het niet haar hond was. Telkens als ik situaties tegenkom waarin men wegkijkt, denk ik aan het voorval met die mevrouw en haar hond. Ik vergelijk dat gedrag met wanneer ik in de auto een vreemd geluid hoor dat onder de motorkap vandaan komt, ik de volumeknop van de radio omhoog draai. Haha!
Vanmorgen, tijdens de ochtendwandeling met Fenna, liepen we naar een t-splitsing toe. Wij liepen zeg maar op de poot van de T. Van rechts komt een meneer met een hondje. Ze lopen beide een stukje mijn kant op en blijven dan, midden op de weg staan. Ik leid Fenna, die rechts van mij loopt naar mijn linker kant en ga zelf zoveel mogelijk naar links. Ik zag namelijk aan de lichaamstaal van het beestje, dat het niet bepaald aardig was. En deed, want ik hoorde het even later grommen. Meneer en ik groetten elkaar, wat voor het hondje het sein was om als een wilde naar Fenna uit te vallen. Meneer corrigeert het niet, maar lacht. Fenna blijft net als ik rustig doorlopen. Als we gepasseerd zijn en ik even achterom kijk, zie ik meneer weer doorlopen. Zijn hondje blijft blaffend en grommend achterom kijken, terwijl meneer hem voortsleept. Het is nog vroeg op deze zonnige ochtend. Meneer zal zeker geen last van een zonnesteek hebben. Hij zal nog niet echt wakker geweest zijn.