De gemeente Amsterdam wil dat blanke mensen elkaar aanspreken in geval van racisme en/of discriminatie. Dat lijkt een halfbakken, bijna discriminerend initiatief. Niet blanken zijn dus vrijgesteld.
Helaas is mijn ervaring, dat je bijna niets meer tegen iemand mag zeggen. Het is tegenwoordig zelfs zo, dat een groet al te veel gezegd is. Bij het minste geringste krijg je een scheldpartij naar je hoofd geslingerd.
Een ander obstakel vormt de definities van racisme en discriminatie. Toen die mevrouw zei, dat ze liever niet naast een zwarte wilde zitten, is dat nogal duidelijk. Minder duidelijk was het bij sollicitaties en/of intake gesprekken, toen ik werd afgewezen. Als naar mijn rijbewijs gevraagd wordt, ervaar ik dat niet als racisme of discriminatie. Ook al worden anderen daar niet naar gevraagd. Ik ben niet zo wantrouwig en/of negatief. Maar er zijn anderen met een heel andere insteek. En wat doen we aan de humor? Stoppen we maar met lachen, vanwege discriminatie?
Laten we maar eerst leren naar elkaar te luisteren, te incasseren en onze verantwoordelijkheid te nemen. Pas dan kunnen we allemaal elkaar aanspreken op allerlei zaken. Niet alleen op racisme en/of discriminatie.