Dat ik als kind gepest werd vanwege mijn kleurtje, vond ik (afgezien van de eerste keer) niet zo'n probleem. Ik schold terug met stomme kaaskop! Dus ja, ik deed eraan mee. Kinderen kunnen nu eenmaal keihard zijn.
Ik was een tiener toen in de bus naar Leiden een oudere vrouw niet naast een zwarte wilde zitten. De enige vrije plek in de volle bus was naast mij. Ik zat vlakbij de chauffeur. Hij vroeg haar nogmaals te gaan zitten. Ze herhaalde haar uitspraak. Hij zette haar toen de bus uit. Ik heb de chauffeur niet eens bedankt. Waarschijnlijk omdat ik zijn reactie gewoon vond.
Het was pas toen ik getrouwd was en werkte, dat discriminatie mij echt opviel. Het verschijnsel dook telkens weer op en bracht me vaak in de war. Ik heb daar telkens toch weer boven gestaan. Zo vertelde een Nederlands familielid mij, dat hij het nooit goed zou vinden wanneer een van zijn dochters met een donker type zou thuiskomen. Hij zei het wel recht in mijn gezicht en op een rustige toon. Op mijn vraag waarom niet zei hij dat die mensen dom zijn en niet graag werken. Hij bood mij zo'n 10 jaar later zijn excuses aan voor die uitspraak.
Op werk vonden bepaalde collega's het raar dat ik een hoge functie (projectmanager / adviseur) had. Ze probeerden me onderuit te halen met rotstreken en roddels. Ik ben ook een paar keer gekwalificeerd als 'bruin dus dom' en ben om die reden geweigerd voor opdrachten. Anderen kregen automatisch een loonsverhoging. Ik moest erom vragen.
Na een verhuizing kwam een buurtbewoonster een keer aan de deur om te zeggen, dat sinds onze komst het niveau in de straat naar beneden gegaan is. En dan zijn er nog die vragen. Of ik op een stoel zit als ik eet en of Sonja het niet vervelend vindt om telkens dat rare eten klaar te maken.
Ik moest wel vaak aan mijn opvoeding denken. Mijn lieve moeder zei herhaaldelijk dat ik me netjes moest gedragen, want ik heb een kleurtje. Daar heb ik me aangehouden. Eind van het (werk)liedje was wel, dat men tijdens een therapie constateerde dat ik heel lang op mijn tenen heb gelopen. Toen besefte ik pas, dat ik ook vaak meer en beter moest presteren dan anderen. Voor mij betekende het, dat ik meer geleerd en gedaan had dan al die zeurende anderen. Ik vond en vind hen dom en vaak jaloers volk. Gelukkig zijn er nog heel veel leuke, aardige mensen. Ze herstelden telkens mijn vertrouwen in de medemens. Discriminatie en racisme doe ik nog steeds af als een incident. Anders kan ik beter thuisblijven of emigreren. Bestaat Indoland?