donderdag 25 januari 2018

Gezelschap onderweg

Tijdens de lange, snelle wandeling met Fenna zag ik iemand met een rollator lopen.  Op dat moment liepen Fenna en ik langs de provinciale weg op het fietspad. Daar bevonden we ons in het buitengebied, dus was de wandelaar een nogal opvallend verschijnsel. Toen wij dichterbij gekomen waren, de wandelaar liep aanzienlijk langzamer, zag ik dat het een oudere vrouw was. Ik groette haar en vroeg of ze van de wandeling genoot. Dat deed ze zeker, verzekerde ze mij. Ze vertelde dat ze dagelijks zo'n twee uur aan het wandelen is, met telkens een andere route. Ik vertelde haar dat ik twee á drie keer in de week al voldoende vond. "Maar u bent een stuk jonger dan ik", zei ze op wat vermanende toon. Ik probeerde me te verdedigen door te zeggen dat ik eind dit jaar 70 hoop te worden. Ze moest lachen (of lachte ze me uit?) en vroeg : "Weet u hoe oud ik ben?" Dat moest wel erg oud zijn, want een vrouw stelt normaal gesproken nooit zo'n vraag. Omdat ik een snel antwoord wilde geven, had het geen zin om eerst al haar rimpels te tellen, die te delen door haar schoenmaat en haar lichaamslengte erbij op te tellen. Dus zei ik diplomatiek : "Jong genoeg om zoveel en ver te wandelen." Blijkbaar geen goed antwoord want ze zei lachend : "Ik ben al 86 jaar!" Nou, ik vond het knap dat ze nog zo actief is. Ze gebruikt de rollator louter als steun tijdens het lopen. Het apparaat was weliswaar voorzien van een zitje, maar ze rust uit door stil te staan. "Zitten doe ik niet onderweg", zei ze trots.
Ze vroeg mij waar ik woonde. Toen ik haar het adres noemde en de seniorenwoningen beschreef, zei ze dat ze daar in de buurt ook een tijdje heeft gewoond. Maar nu woonde ze wat meer richting het centrum. Haar volgende vraag was of ik daar alleen woonde. Ik zocht niet al te veel achter die vraag, dus antwoordde ik weer naar waarheid. Zelf woont ze alleen. Haar familie woont nogal ver; in Brabant en Zeeland. Inmiddels waren we bij het punt aangekomen waar onze wegen zich zouden scheiden.