Vanmorgen zijn we samen naar Urk gereden. Beide op onze gemotoriseerde tweewielers, de snorscooter en de bromfiets. Het zou een warme dag worden, dus besloten we langs het Ketelmeer richting de Ketelbrug te rijden. We voelden aan de temperatuur, dat we steeds dichter bij het Ketelmeer kwamen. Eenmaal bij het water aangekomen werd de trip nog leuker vanwege de koelere wind. Het fietspad loopt daar pal langs de kustlijn. Voor ons zagen we dat de Ketelbrug openging. De A6 vulde zich snel met stilstaand verkeer. Een vreemd gezicht om al dat werkverkeer te zien staan wachten voor een recreant in een zeilbootje met hoge mast op het water.
Dat gedoe met die bruggen is in Flevoland al jaren een discussie tussen de Provincie (eigenaar van de bruggen) en de gemeenten. Veel bruggen gaan tijdens de spitsuren gewoon open. Iemand met gezond verstand zou binnen een minuut een slim besluit genomen hebben. Maar hier gaat het over ambtenaren onderling. Nou, dan weet je het wel. Gelukkig gaan die niet over het weer, want de tocht langs het water was heerlijk verkoelend. Toen we bij de brug arriveerden, kon het verkeer weer doorrijden en wij dus ook.
Via de brug en de Abtsweg reden we linksaf de Domineesweg (N352) op richting Urk. Onderweg kwamen we 'passeerstroken' tegen. Dat zijn voorzieningen langs de weg, waar langzaam verkeer, zoals trekkers, even naar rechts kunnen uitwijken, zodat het achterop komend verkeer kan inhalen. Een slimme oplossing. Een bord geeft aan dat die manoeuvre enkel tussen bepaalde tijdstippen 's morgens en in de namiddag uitgevoerd hoeft te worden. Je raadt het al : gedurende de spits. Helaas voor het overige verkeer dat daar later voorbijkomt, want het was al bijna 15 minuten over 10. Dus bleven twee tegemoetkomende trekkers gewoon op de weg rijden, gevolgd door een sliert auto's en vrachtwagens.
Langs dezelfde weg is men bezig met het aanleggen van kabels. Langs het fietspad. De werklui zijn soms nogal gemakkelijk. Ze blokkeerden een paar keer geheel onnodig het fietspad. Het fietsverkeer werd gedwongen een stukje over de rijbaan te rijden, waar 80 km/uur is toegestaan. Tegemoetkomend tweewielerverkeer reed dan tegen het verkeer op de rijweg in. Zoals een moeder met drie kinderen, die allen op een eigen fiets reden. Levensgevaarlijk!
Gedurende de hele weg reden we zo'n 25 Ć” 30 km/uur. Sonja's snorscooter gaf de snelheid aan. Vandaar dat mijn Hanway zo zuinig is. Haha!
Op Urk (nee, niet in Urk!) was het bij de haven aardig druk. Er stond een flinke rij campers (dure camperplaatsen daar op Urk!) en de parkeervakken voor personenwagens waren alle ook zo goed als bezet. Met veel auto's met Duitse kentekens.
Wij parkeerden de tweewielers in de schaduw van een groot pand. Daarna zijn we een wandeling door de straatjes van het pittoreske vissersdorp gaan maken. In die nauwe straatjes was het merkbaar warmer. Zelfs af en toe benauwd. Gelukkig zagen we een fraai terrasje, dat uitzicht bood op het water. Daar genoten we in de schaduw van een grote parasol van een kop koffie en het uitzicht. Later hebben we een kleine lunch gebruikt. Natuurlijk stond gebakken vis op het menu!
Vanwege het verwachte onweer, zijn we na de lunch weer richting huis gereden. We wilden onderweg nog bepaalde winkels bezoeken, maar op Urk houdt men nog steeds de middagrust in ere. Dus besloten we onze terugreis voort te zetten. We kwamen droog weer thuis.