woensdag 26 juli 2017

Kapucijners op het menu


Vandaag maak ik kapucijners! Het is lang geleden dat ik die bruine rakkertjes gegeten heb. Te lang, als je het mij vraagt. Ik begin met het uitbakken van wat gerookte spekreepjes. Ik doe daar gelijk twee fijn gesneden teentjes knoflook en wat trassi bij. Intussen snijd ik een middendoor gesneden grote ui in stukken. En een bosuitje. De gewone doe ik erbij zodra het spek bijna uitgebakken is. Korter gebakken vind ik het spek minder lekker. Mijn moeder bakte het spek niet apart. Het werd min of meer meegekookt. Dat spek glibberde altijd door mijn mond mijn keeltje in als we bijvoorbeeld bami aten. Brrr! Gelukkig had ik altijd een zakdoekje in mijn zeer diepe broekzak en een paar katten uit de buurt die mij heel aardig vonden. Mijn pa vond dat zachte spek (reepjes van een speklap gesneden) heerlijk. En je weet : er komt alleen eten op tafel dat pa lekker vindt.
Ik zou de kapucijners ook nog kunnen voorzien van wat verse paprika, maar ik heb me dit keer beperkt tot de poederversie. Als laatste kieper ik het blik kapucijners (ook wel velderwten genoemd) leeg in de pan, gevolgd door de gesneden bosui en een bouillonblokje. De laatste vergruis ik, zodat het snel verdeeld en opgenomen wordt. Het geheel breng ik scheppend en roerend even aan de kook.
Ik eet de kapucijners met gekookte aardappeltjes, wat piccalilly en.... een gehaktballetje.
Mijn pa kon lekkere gehaktballen maken. Ik heb een keer gevraagd hoe hij dat doet. Het ging volgens hem niet zo zeer over het kruiden van het gemalen vlees, maar meer over de braadwijze. Voor het kruiden gebruikte hij gewoon zo'n kant en klaar zakje met gehaktkruiden en een ei.
Pa legde de ballen in een droge koekenpan met een deksel erop. Ik heb verzuimd te vragen naar de functie van dat deksel. Was dat om dat wij anders met onze tengels aan die ballen zouden zitten of vanwege het gespetter? Op een laag vuur werden die ballen vervolgens in hun eigen vet gebakken tot de buitenkant donkerbruin en krokant was. De kunst is om niet alleen de buitenkant mooi bruin en krokant te krijgen, maar ook de bal van binnen gaar en sappig te laten zijn. Ik kan dat inmiddels wel, maar de beet en de smaak zijn toch anders.