Wij kozen voor een camper om een aantal redenen. We kamperen graag en gaan graag weekendjes weg, de Matrix stond zes van de zeven dagen voor de deur en we wilden niet meer afhankelijk zijn van een caravanstalling als we erop uit wilden. De stalling vormde vaak een drempel. Daarbij telden de onderhouds- en stallingskosten van beide voertuigen, caravan plus auto, natuurlijk ook mee.
We hebben al jaren geen auto meer nodig voor dagelijks gebruik. We zijn beiden niet meer in loondienst en hebben een OV kortingskaart. En niet te vergeten : we fietsen erg veel. Kortom, de camper is er voor recreatieve doeleinden. Met name in de weekenden en natuurlijk gedurende de vakantieperiodes. Hij staat dagelijks klaar en binnen loopafstand.
Het wel of niet dagelijks gebruiken van de camper bepaalt ook de wijze van verzekeren. We hebben een camperverzekering. Campers die doordeweeks ook voor woon-/werkverkeer worden gebruikt, vallen onder de categorie van gewone personenwagens. De premies voor de laatste zijn hoger.
Toen ik nog werkte hebben we een tijdje een busje gereden. Dat was de Toyo Hi Ace met dubbele cabine. In die tijd kon men nog op een grijs kenteken rijden. De bus reed op dieselolie. Lekker goedkoop dus. Maar daar heeft de overheid een eind aan gemaakt. Dat was voor veel mensen een reden hun busje om te bouwen tot camper en dat ding ook te gebruiken voor woon- werkverkeer. Het scheelt in de wegenbelasting (kwarttarief), maar vaak niet in de verzekering.