De uitdrukking heeft normaal gesproken een negatieve lading. Mensen die zich asociaal gedragen worden zo beschreven. Zelf heb ik ook vaak schijt aan alles iedereen. Niet altijd en het is na het verstrijken van de jaren wat meer geworden. Men zegt dat naarmate een mens ouder wordt, hij onverschilliger wordt. Dat klinkt ook negatief, maar dat hoeft het niet te zijn. Je beseft naarmate je ouder wordt, dat er belangrijkere zaken in de wereld zijn dan het alledaagse groepsgedrag.
Mijn soort van schijt aan alles en iedereen hebben heeft te maken met het feit, dat ik dicht bij mezelf wil blijven. Ik ben geen meeloper en bepaal zelf wat ik wel en niet wil doen. Aan bijna alles en iedereen die bij mij niet goed voelen, heb ik dus schijt. In mijn tienertijd gingen velen naar disco's. Ik ook. Maar toen ik merkte dat het mij geen goed deed, stopte ik ermee. Het was mij veel te druk, veel te veel herrie, nare nicotine lucht en van de lichtflitsen werd ik misselijk. Ondanks aandringen liet ik me niet overhalen; ik bleef bij mezelf. Dus was ik in de ogen van sommigen een spelbreker. Voor anderen was / ben ik een mietje omdat ik nauwelijks alcohol drink. Ik kan niet tegen alcohol. In militaire dienst heb ik aardig wat moeten doorstaan, vanwege mijn weigering aan het bier te gaan. Evenzo met roken. Dat stond stoer. Ik was dus niet stoer. Nee, ik had en heb nog steeds wat dat betreft schijt aan alles en iedereen. Ik ben nooit een meeloper geweest en zal dat ook niet worden. Ik blijf het liefst dicht bij mezelf. Dat houdt o.a. ook in, dat ik graag anderen help, grote moeite heb met onrecht en open en eerlijk probeer te zijn..