Om de koffie van 10.30 uur wat op te vrolijken, besloot ik gisterochtend een paar Bossche bollen te gaan kopen. Omdat Breezand op de fiets nog te doen is, hoefde ik dus niet naar Oeteldonk. In Breezand kwam ik in een bakkerij terecht. Ik had geluk, want er was maar één klant. Ze had niet alleen twee volle boodschappentassen, maar ook erg veel op haar lever. Ze bleef maar kletsen. Geen probleem, want ik kon rustig in de winkel om me heen kijken. Maar om dat nou 10 minuten te doen.... Toen ik naar buiten keek, zag ik uit het zuidwesten een donkere lucht aankomen. Er is onweer voorspeld. Ik had alleen een petje in mijn fietstas. Gelukkig zag de klant die lucht ook. Ze sloot haar verhalen af en vertrok.
Toen ik even later met 2 bollen in een zakje weer buitenstond, meende ik een druppel op mijn bruine arm te voelen. Voor het eerst ben ik in de stand High (meestal fiets ik in de stand Low of Medium) weer naar de caravan gefietst. Voor de bui uit.
Voor de zekerheid heb ik maar een stormband over de voortent gegooid en die met dikke haringen vastgezet. De fietsen en de fietskar staan al droog, onder hoezen. We gebruiken een grote motorhoes voor de beide fietsen en een aparte voor de kar. We staan in een hoekje dat omgeven is door bomen en struiken. Die houden aardig wat wind tegen.
's Middags zijn we naar Hippolytushoef gereden om even een boodschap te doen. Dat dorp ken ik al zeer lang, vanwege mijn voorliefde voor de motorfiets. Ik herinner me advertenties uit de jaren 70 van een motorzaak in dat dorp.
Terwijl Sonja in de supermarkt was, stonden Fenna en ik buiten te wachten. Ik kon door het raam de kassa zien. Eerder zag ik een vrouw al pratend door haar telefoon naar binnengaan. Later zag ik dezelfde persoon nog steeds aan die telefoon hangen. Ik zag dat de mevrouw achter de kassa iets tegen haar zei, maar gezien haar gezicht dat ze geen antwoord kreeg van de klant aan de telefoon. Het tafereel kwam mij erg onbeleefd over. Alsof die mevrouw achter de kassa er helemaal niet toe deed. Achter haar was Sonja verschenen en nog een klant. Afgaande op hun mimiek vonden ze het ook onbeleefd. Er zijn veel meer gevallen, waarin alleen al de aanwezigheid van zo'n mobieltje op voorhand een onbeleefde indicatie is. Zoals bij iemand op bezoek gaan en je telefoon naast je op de salontafel leggen. Lekker belangrijker dan je gastheer of -vrouw. Als ik zie hoe vaak en hoe gretig mensen gesprekken onderbreken vanwege een geluidje van hun telefoon, dan denk ik : "Bevinden er zich zoveel familieleden of kennissen in noodsituaties?"