Gisteren vond ik het koud buiten. Ondanks de zon. Er stond een flinke bries vanuit het oosten, die het nog kouder deed voelen. Gelukkig ging ie wind 's avonds liggen, want toen koelde het flink af. Zonder wind scheelt het een jas. Maar ik had er toch maar een aangetrokken. Als ik 's avonds de laatste ronde met Fenna loop, denk ik met dit soort weer altijd aan een warm bed. De gedachte alleen al doet de kou bij mij verdwijnen.
Vanmorgen zag ik een aantal mensen dat de ruiten van de auto aan het schoon krabben was. Het zijn kerkgangers. Een stel was mopperend bezig, want de ijslaag zat vrij stevig op de ruiten. Als je dan toch een kerkganger bent, dan zou ik de ruiten de avond ervoor afgedekt hebben. Maar ja, niet iedereen kijkt vooruit en voor niet iedereen geldt 'gemak dient de mens'. Wat dat betreft is het net als opvoeden. Wie er in een vroeg stadium de vereiste tijd en energie in steekt, heeft er later veel profijt van.
Nu maar hopen dat de chagrijnige krabbers niet verveeld in een koude kerk op een keiharde bank zitten te luisteren naar een saaie preek.
Het lijkt me dat de boerenkool zo vers van het land nu prima zal smaken. Altijd beter dan de gesneden en verpakte versie alsnog in de vriezer doen.
Ik had gistgeren twee bakjes soep uit de vriezer getrokken. Een bakje kippensoep en een met erwtensoep. Toen wij 's middags naar een verjaardag gingen werd ook daar soep geserveerd. Erwtensoep, die overigens prima smaakte. Dus moesten de bakjes in de koelkast om het ontdooien wat te vertragen. Vandaag wordt het kippensoep. Morgen de erwtensoep. Da's voor ons geen straf hoor.