Natuurlijk ben ik als eerste mijn ouders dankbaar voor de muziek die zij in huis haalden. Dankzij hen ben ik als kind al van allerlei muziek gaan houden. Al was het in die tijd (jaren 50) geen 'kolere herrie', zoals mijn pa de latere muziek typeerde. Hij doelde dan op de underground, psychedelic, hard rock, heavy metal enz. genres die vooral in de jaren 60 opkwamen. Het waren meer de liedjes waarin de tekst harmonieus klonk met de muziek. Mijn moeder luisterde ook naar klassieke muziek. Ik vond dat genre erg rustgevend. Als kind dus al. Toch heb ik later nauwelijks klassieke muziek gekocht. Ik heb wel wat lp's met klassiek gitaar muziek gekocht.
Het was telkens weer het geluid van de gitaar dat mij boeide. Zodra ik dat instrument hoorde wist ik het geluid in mijn hoofd te scheiden van de rest van de muziek. Om de akkoorden te horen. Later deed ik dat ook met andere instrumenten. Om bijvoorbeeld de basloopjes, de blues harp enz. te horen. Ik had het geluk dat de liefde voor muziek ook bij mijn zus en broers aanwezig was. En later bij een zwager. Ook zij hebben hun bijdrage aan mijn voorliefde geleverd. Elke dag een huis vol muziek. Met telkens nieuwe nummers en artiesten.