"Kijk maar uit, je kunt eraan kapot gaan", zo werd ik gewaarschuwd. Maar ik kon niet anders. Ik moest hem bijstaan. Ik heb het gedaan en ik ben er bijna aan kapot gegaan. En toch, toch heb ik er geen moment spijt van gehad. Hij was mijn broertje. Ik moet telkens aan hem en mijn andere broer denken, als ik dit nummer hoor.