Lange tijd heb ik volgehouden dat domme vragen niet bestaan. Totdat er veel veranderde. Menig verslaggever en/of gespreksleider stelt tegenwoordig domme vragen. Zoals laatst, toen een Amsterdamse wethouder van GL werd geïnterviewd. Op een zeker moment werd hem gevraagd of hij door de FvD gefeliciteerd was met de verkiezingsuitslag. Ja dus. Op de vraag of hij ook het FvD lid had gefeliciteerd met hun forse winst, viel de wethouder even stil. Toen zei hij wat onbeholpen lachend : "He... nee." Tot mijn verbazing vroeg de verslaggeefster toen : "Is dat democratie?" Dat was geen domme maar een stomme vraag. Elkaar feliciteren heeft immers niets met democratie te maken. Ze had wat mij betreft moeten vragen : "Is dat een fatsoensnorm van u of van uw partij?"
Soms hoor ik ook stomme vragen tijdens sportuitzendingen. Dan vraagt men aan de winnaar of ie blij is met zijn overwinning. Helaas heb ik zo'n winnaar nog niet cynisch horen antwoorden met : "Nee, ik ga vanavond in m'n eentje een stille tocht houden."
Tijdens problemen met een vliegtuig liet Transavia de reizigers danig in de kou staan. Vanuit Transavia werd geen contact gelegd met de passagiers. Dus verwachtte ik van de verslaggever aan een vertegenwoordiger van het bedrijf de vraag : "Waarom heeft uw bedrijf geen contact gezocht met de passagiers?" Nee dus. Het ging over het toestel.
De meeste domme vragen worden aan politici gesteld. Er is maar een echte goede vraag die je aan een politicus kunt stellen : "Waarom liegt u zo vaak?"