zaterdag 20 augustus 2016

Racisme in mijn bijzijn

Ze zijn gelukkig op één hand te tellen; de racisten die ik ontmoet heb. Dat waren overigens niet allemaal blanke mensen. Een paar van hen vertelden doodleuk aan mij hun afkeur van niet-blanke mensen. Toen ik hen op mijn eigen kleurtje attendeerde, was in beide gevallen de reactie : "Ja, maar jij bent anders." Alsof ze daarmee weg konden komen.
Racisten hebben de neiging veel van hun afkeer in grapjes te verpakken. Een grapje is een keer leuk (of niet). Of misschien wel twee keer (of niet). Maar telkens dezelfde racistische 'grapjes' maken, duidt bij mij op iets anders. Ik vergelijk het met mensen die zichzelf geregelde op de borst slaan. "Ik ben heel aardig" of "Ik ben een heel goede ouder". Ze zijn in werkelijkheid het tegenovergestelde.
Soms verwacht ik niet dat iemand racistisch is. Totdat de alcohol binnen is. Die maakt tongen los en mensen authentiek. Ik realiseerde me al snel dat racisten zelf een probleem hebben. Hun enige manier om zichzelf wat te verhogen is anderen naar beneden te trappen.
Slechts één keer ben ik iemand tegengekomen, die na het uiten van racistische opmerkingen daarop terugkwam. Er ging weliswaar tien jaar voorbij, maar toch. Hij bood zijn excuses aan mij aan voor zijn uitspraken. Die man verdiende alsnog mijn respect.