woensdag 3 augustus 2016

Koken en boerencamping

30/7 Geduldig zijn.

De volgende volgenden ochtend sta ik in de rij bij de receptie om onze aanwezigheid alsnog te melden. Het is een lange rij. Maar het Indo-vlees is geduldig. De beide medewerksters zijn niet bepaald gefocust op een gast. Ze doen tussendoor veel andere dingen, zoals telefoontjes beantwoorden en met elkaar praten over andere zaken.
Plotseling vertrekken vijf gasten uit de rij. Vier bleken daar in die toch al kleine ruimte niets te zoeken te hebben. Ze waren met een van hen meegekomen. Als ik me aanmeld, vraagt de medewerkster of ik hier eerder ben geweest en zo ja, wanneer. Dat was inmiddels zo’n 16 jaar geleden, toen ze nog op de basisschool zat. Ook als ik geholpen wordt, zijn de dames continu met andere zaken bezig. Het duurt en duurt maar. Ik blijf geduldig, al komt het gedoe mij wat onbeleefd over. Ik ben dus maar een gast. Ook hier werkt het pinapparaat alleen voor Duitse bankpassen. De receptioniste biedt haar excuses daarvoor aan. Ze vertelt over de vele buitenlandse gasten, die dat als probleem ervaren.  Ze stelt geen vragen over onze relatie en geeft ook geen waarschuwingen over seks voor het huwelijk en een nachtelijke controle. Er is toch wat veranderd in de afgelopen zestien jaar.
De gelovigen zijn gemakkelijk te herkennen aan hun ouderwetse kleding en hun tassen. Sommigen dragen rokken van een stof waar ik niet eens een gordijntje voor de schuur van zou willen hebben. Herkenbaar is ook hun loopje. Wat traag en min of meer slenterend. Zoals ze ook door ons dorp lopen. Ze zijn erg vriendelijk, hoor. Ik vind ze aardig. Vooral omdat ze hier nog niet aan de schuifdeur zijn geweest.

Zaterdagavond heb ik nasi goreng gemaakt. De verplaatsbare kookpit is een goede zet geweest. De buitentemperatuur is behoorlijk hoog en dus is het beter dat buiten gekookt wordt. Nu blijkt de plaats van het gasflesje niet helemaal ideaal te zijn. Dus die is tijdelijk aangepast en wordt thuis definitief gemaakt. Het systeem met de lange, uittrekbare gasslang werkt uitstekend.
We moeten alleen nog het windschermpje van de kookplaat van een uitsparing voorzien, zodat de gasslang er onderdoor kan.
De indeling van de lades en kastjes krijgen tijdens deze vakantie steeds meer een definitieve status. Proefondervindelijk wordt de meest handige plaats voor spullen bepaald. Onder het rijden blijft de boel keurig op z’n plaats en er is geen gerammel van serviesgoed en/of pannen te horen.
We hebben gemerkt dat het strikt scheiden van de elektriciteit van de wagen en die van het interieur ook een goede zet is geweest. We hebben een paar verhalen mogen aanhoren over allerlei problemen die veroorzaakt werden door elektriciteitvoorziening gekoppeld aan de accu / dynamo van de wagen. In het andere geval zou ik eventueel willen terugvallen op een aparte accu met een eigen oplaadsysteem via het 230 volt circuit van de camping of een zonnepaneel. In Duitsland is men erg goed voorzien van zonnepanelen. Veel meer en veel beter geregeld dan in ons landje, waar men liever over alternatieve energie praat dan doet. Ik zag zelfs een zonnepaneel in een weiland liggen. Niet voor het oprapen, maar voor de energievoorziening van het schrikdraad.

1/8 Naar een SVR camping.

In Duitsland zijn ook boerencampings die lid zijn van de SVR. We hebben speciaal voor deze vakantie een aantal kaarten afgedrukt, waarop die campings vermeld staan.
We hebben vooraf besloten de relatief korte rit naar het noorden over de binnenwegen te gaan maken. ‘s Morgens scheen de zon toen we de camper gereed maakten voor vertrek. Dat klusje was in een mum van tijd geklaard. Ik weet nog dat we met de caravan al een avond tevoren de boel begonnen op te ruimen. We letten daarbij telkens op het weer, zodat we de voortent droog konden opbergen. Daar hebben we nu geen ’last’ van. Zelfs als de luifel nat is, gaat ie gewoon in een vuilniszak mee, om een paar honderd kilometer verderop weer tevoorschijn gehaald te worden.
Door een navigatiefoutje van mijn kant, ik luisterde onbewust toch weer gedwee naar de TomTom, kwamen we op de Autobahn terecht. De afrit die ik wilde nemen bleek aan onze kant afgesloten. Dus kachelde de Ducato 8 km verder om daar onder de autosnelweg door te keren en 8 km terug alsnog de afslag te nemen. Ach zo zie je nog eens wat van de wereld.
Weer op de binnenwegen werd ik overvallen door een voor ter plaatse niet bekenden nare en zelf gevaarlijke verkeerssituatie. Het was een smalle tunnel, waar geen borden vooraf waarschuwden voor het feit dat je daar geen tegenliggers kunt passeren. Er waren ook geen andere waarschuwingsborden zoals voor een wegversmalling of een voorrangssituatie (tegemoetkomend verkeer of ik eerst). Pas vlak voor de ingang zag ik hoe smal het was, omdat er een vrachtwagen op ons afkwam! Ik stuurde direct naar rechts en stopte. Toen de vrachtwagen ons met een meter tussenruimte passeerde, maakte de chauffeur mij door zijn geopend raam uit voor idioot. Tja, zo worden vandaag de dag fouten afgehandeld. Dat ‘idioot!’ had hij beter tegen de bedenker van dat tunneltje kunnen schreeuwen.
Onderweg hebben we nog boodschappen gedaan. De super was meer een fruitmarkt dan een doorsnee supermarkt. Maar alles went, ook zo’n tent. De lunchpauze brachten we door op een parkeerplaats waar zich een Imbiss bevond. Een snackzaakje dus. Daar hebben we ons bezondigd aan een broodje Bratwurst. Tja, we moeten tijdelijk integreren. Van de uitbater kreeg ik een doekje om de glazen van mijn zonnebril te reinigen. Ik bedankt hem en zei hem dat ik mijn zonnebril verloren heb.  Het leverde mij geen bijbehorende zonnebril op, maar wel een advies het doekje voor mijn gewone bril te gebruiken; das kann auch. Ik wilde er toen tien vragen om de voorruit van de Ducato op te poetsen, maar ik was weer te bescheiden.
Na zo’n 145 km kwamen we bij de gezochte camping aan. En wat voor een! Prachtig gelegen aan de rivier de Weser. De vorige camping werd door de eigenaresse een paradijs genoemd. Iets wat we nogal overdreven vonden, vanwege de zeer gedateerde situatie. We werden vriendelijk verwelkomd door de Nederlandse eigenaren.
We zijn na het installeren van de Ducato en het slurpen van een kop thee eindelijk weer eens op de fiets gestapt. Het klimmen en dalen valt hier reuze mee. In een nabij gelegen dorpje bevond zich een echte supermarkt, waar we onze voorraden en hun omzet hebben bijgewerkt. We namen nog een kijkje om de hoek bij de Weser, waar een veerpontje afhankelijk van het aanbod heen en weer voer. Het deed me denken aan het liedje van Drs P.  Vanwege de snelle stroming was het veer verbonden aan kabels die over de rivier gespannen waren, om zodoende koers te houden naar de overkant en terug. Een apart gezicht. Er bevond zich op hoogte ook een oude burcht. Maar toen we omhoog keken, zagen we ook donkere wolken naderen. Dus besloten we terug te fietsen naar de camping, waar we nog droog aankwamen. Niet veel later viel een forse regenbui.
Deze camping lijkt wel een Nederlandse enclave. We hebben welgeteld 2 Duitse kentekens gezien. Op de vorige camping was het andersom. Daar zeiden we : “Hé, een Nederlander!”
Hoewel honden toegestaan zijn, hebben de lokale boeren een hekel aan de huisdieren van met name vakantiegangers. En je weet, als een boer een hekel heeft aan hondenpoep, dan moet het erg zijn. Dus hangen overal waarschuwingsbordjes. Maar dat niet alleen. Er zijn ook automaten met gratis zakjes en afvalbakken geplaatst. Dus wat let je? En toch zag ik hier en daar hondenpoep liggen. Ongelooflijk