‘s Middags zijn we op de fiets alsnog de burcht gaan bezoeken. De klim naar de top van de heuvel viel mee, omdat halverwege de stenen trap overging in een bospad. Fenna gaf het goede voorbeeld; ze ging snel en gemakkelijk omhoog. Maar ach, het beestje is pas 4 jaar en doet het op even zoveel poten. Het uitzicht werd alsmaar mooier. Toen we al hijgend en puffend
Daar moest wel eerst even voor betaald worden. Dat stond onderaan de weg niet aangegeven. Commercieel gezien een strategische zet. Wij moesten elk twee euro neerleggen bij een mevrouw achter een ruitje. Fenna mocht gratis de burcht binnen. Waarschijnlijk omdat ze met haar rustiger ademhaling aanzienlijk minder zuurstof verbruikt had dan wij. Er hingen veel bordjes met tekst en uitleg. De burcht kent een interessante geschiedenis, waarin het o.m. door Zweden belegerd is geweest. Kijkend over een rand sprong Fenna plotsklaps omhoog. Een mevrouw naast ons, die Fenna al een tijdje bekeek, schrok zich een hoedje. Ze zag de Friese stabij al in de diepte verdwijnen. Maar de riem was daar te kort voor. Tja, die Friezin is behoorlijk nieuwsgierig. En eigenwijs. En duidelijk niet geïnteresseerd in de Duitse cultuur.
We zijn zelfs in de hoogste toren van de burcht geweest. Dit keer moest Fenna na weer een stenen trap beneden blijven, want het laatste deel van de klim was een ijzeren trap.
Na volop genoten te hebben van de burcht en de omgeving besloten we weer af te dalen naar het heden. We groetten de receptioniste beleefd en bedankten haar vriendelijk. We liepen een trap af naar beneden, maar die eindigde op een door ons nog onontdekt deel van de burcht met o.a. een soort kelder. Met gevolg dat we weer terug moesten en even later de receptioniste weer passeerden. Ze zal wel gedacht hebben : “Waarom groeten ze mij als ze naar de kelder gaan?”