Ik zag wat op tegen de beruchte D-driehoek, Duisburg, Düsseldorf en Dortmund. Als ik op de kaart de spaghetti aan wegen zie, word ik al tureluurs. Maar een drempel als een uitdaging zien, kan ik ook.
Geleidelijk merkten we dat we in een heuvelachtig landschap aankwamen. De Ducato deed stinkend zijn best (zonder zwarte rookpluimen) en trok ons telkens weer naar boven. Ik hoefde enkel een paar keer van 5 naar 4 terug te schakelen. Bij Dortmund leek het even alsof die stad heel Europa besloeg. Gedurende vele kilometers zagen we constant borden met de naam van die stad voorbijkomen. De wijzer van de dieseltank stond inmiddels op een kwart. Dat betekent twee dingen : 20 liter diesel en tanken. Er werd op veel locaties aan de weg gewerkt. Maar echte files leverde dat niet op. Duitse files staan erom bekend dat ze rijden. We passeerden twee Tankstellen die vanwege de werkzaamheden aan de weg beide gesloten waren. Dus besloten we even op de ouderwetse tour te gaan en de Autobahn te verlaten. Er was een tijd dat langs de Autobahn geen tankstations waren. Toen moest men altijd de bahn verlaten. Vlak naast de snelweg bevond zich een Aral pomp. Zestig liter diesel stroomde vlot de tank in. Voor de lieve somma van 60 euro en 60 eurocent. Leve Duitsland!
Rond drie uur hielden we een tweede stop, de eerste was een lunch en piespauze, de tweede was voor de thee en een blik op de kaart.
We hadden inmiddels ruim 240 km onder de wielen en we besloten een camping op te zoeken. Voorbij Siegen verlieten we de Autobahn en volgden de bekende campingbordjes. We kwamen na ruim 30 km bij een camping aan een meer terecht halverwege Dillenburg en Limburg.
Er was voldoende plaats. We kozen niet voor een plekje aan het meer, want Fenna mocht daar niet zwemmen. We hadden geen zin om door haar gek gemaakt te worden. Dus kozen we voor een ander plekje, vlakbij een gedeelte waar Fenna wel het water in mag. We blijven hier drie nachten en dan zien we wel weer. We gaan eerst lekker rusten en morgen gaan we fietsen!
Klimmen en dalen.
We hebben een stukje gefietst. Niet al te ver, want we wilden alleen de kar van Fenna uitproberen. Nou, dat hebben wij wel en Fenna niet geweten. Het is hier heuvel op en heuvel af, met vooral de eerste in de meerderheid. Tenminste, zo voelde het aan onze benen. Het omhoog fietsen is zwaar werk. We hebben stukken moeten lopen, want we zijn geen van beiden berggeiten. De stijgingspercentages varieerden van 4 tot 10 procent! We wisselden van fiets als er gelopen moest worden, want achter die van Sonja hing Fenna’s wagentje. Het was de bedoeling om ook Fenna even af te matten, maar het resultaat was, dat we beiden afgemat waren.
In het nabijgelegen dorp stonden de kerk en veel huizen op hoogte. Zo zagen we een jongeman een klikobak via een enorme trap naar beneden brengen. Door het dorp liep een secondaire weg, waar vrachtverkeer overheen denderde. In zo’n smalle straat ben je als fietser je welzijn niet zeker. Op de drukke wegen heeft Fenna in haar koetsje gezeten. Ze genoot merkbaar van de rit; wij wat minder. Toen we na een klimpartij boven op een heuvel in de schaduw van een boom even op adem kwamen, kwam Fenna vrolijk met haar bal aankakken.