Dat schreef iemand als reactie op mijn berichtje, dat ik acuut gestopt ben met hulpverlening aan een paar ouderen hier. Die uitspraak betekent, dat ik als goed-doener slachtoffer ben geworden van mijn goedheid. Tja, dat is gewoon zo. Ik was weer te goed. Te goed van vertrouwen. De zoveelste reden om anderen te wantrouwen? Neen dus. Eigenwijs? Misschien. Maar misschien ook wel weer mijn drang authentiek te willen blijven. Ik ben wie ik ben. Ik weiger me aan te passen aan de grilligheden van anderen. Al te goed is buurmans gek zou ik ook anders kunnen zien : er zijn erg ondankbare mensen.
Als een van die ondankbare mensen straks acuut hulp nodig heeft en ik ben in de buurt, dan help ik weer. Dat zit nu eenmaal in me. Die houding heeft me ook soms parten gespeeld. Tijdens sollicitaties. Men noemde mij soft. Ik vind mezelf eerder begripvol, maar rechtvaardig. Ik heb een paar keer medewerkers weggestuurd. Zo ben ik ook wel weer. Twee keer geel is bij mij rood. Iedereen verdient een tweede kans. Om te leren van een fout.
Als ik terugkijk op mijn leven, dan kom ik tot de conclusie dat ik blijkbaar hier ben om te helpen. En tot nu toe heb ik nergens spijt van.