zondag 20 september 2020

Zondag en kerk

Als ik nog lui liggend in ons bed een gordijn van het achterportier opzijschuif, zie ik zacht wuivende groene takken, een strak blauwe lucht en vogels die voorbijvliegen. Sonja hoort ook geluiden van fluitende vogels en kraaiende hanen. Het is zondag. Volgens het weerbericht is het plaatselijk 17 graden met een gevoelstemperatuur van 15. Maar in de tent is het warm. Zo warm zelfs, dat we de boel opengeslagen hebben.
Aan het ontbijt spraken we over grote gezinnen. Ergens zag ik een foto van een gezin met 13 kinderen. Iemand, een manspersoon, had erbij geschreven dat de foto uit de tijd dateert toen vrouwen nog geen hoofdpijn hadden. Oeps! Half vrouwelijk Nederland viel daarover. Iemand anders schreef dat meneer pastoor 13 keer langs was geweest. Voordat we het wisten hadden wij het onder het zondagsontbijt over de kerk en het geloof. Over gelovigen versus anders- en/of niet-gelovigen. Over de vele geloofsstromen en mensen die elkaar te vuur en te zwaard bestrijden, omwille van hun geloof. Over kerkleiders en hun volgelingen, die blijkbaar het verhaal van de barmhartige Samaritaan niet begrepen hebben. Die beweren dat volgelingen enkel leden van hun club mogen / moeten bijstaan. En dus gebeurde het dat een dominee mijn broertje in diens doodstrijd compleet negeerde. Een stervend broertje, dat ooit voor dezelfde kerk gedoopt werd wekte bij die dominee geen enkel gevoel voor naastenliefde. Het enige wat de Bijbel ons probeert te vertellen.