maandag 16 november 2015

In goede handen en toch ondankbaar

Toen mamma na het overlijden van pappa verhuisde, woonde ze in een appartement. Daar kreeg ze geregeld bezoek van familie, kennissen en vriendinnen. Onder de laatste was er één, Rietje, die haar in allerlei zaken bijstond. We hebben haar vaak ontmoet. Die aandacht en hulp stelden wij zeer op prijs. De wetenschap dat er iemand in haar buurt was, die op haar lette en haar hielp, was een hele geruststelling. We hebben Rietje na het overlijden van mamma daarvoor bedankt. Ik zelf heb als blijk van dank haar ook nog geholpen toen ze zelf ging verhuizen.
Maar het kan ook heel anders gaan. Zoals je weet helpen wij een aantal ouderen hier in de buurt. Bij een van hen komt nog heel soms een kind op bezoek. Tot op heden hebben wij nog geen kennisgemaakt met die vrouw. We hadden dat eigenlijk wel verwacht, vanwege onze aandacht en hulp voor haar moeder. Ik bedoel, ze zou toch eigenlijk benieuwd moeten zijn wie haar moeder zo bijstaan? Ik ben bang dat het eerder het tegenovergestelde zal zijn : waar bemoeien jullie je mee? Dat maak ik op uit de manier waarop anderen door die dochter worden benaderd. Geen woord in de zin van : 'Fijn dat u mijn moeder af en toe gezelschap houdt'. Het eerste contact heeft meer weg van een vervelende ondervraging op een bijtende toon : Wie bent u eigenlijk?! Waarom gaat u bij mijn moeder op bezoek?! Waarom gaat u met mijn moeder op stap?! enz.
Een beetje waardering en een positieve benadering is leuker. Maar vandaag heeft ze zowaar even gebeld.