maandag 23 november 2015
Een vriendelijke mevrouw Braam
Iedereen doet soms iets doms. Dus ik ook. Achteraf moet ik er wel om lachen hoor. Maar op die momenten niet echt. Zoals de eerste keer dat ik bij Braam in de kruidenierswinkel dacht ongezien een snoepje te kunnen pikken. De winkel stond op de hoek van de Koningstraat en de Hoofdstraat. Tegenover de zuivelwinkel van Jansen. In die kruidenierswinkel stond een tweetal manden tot aan de nok gevuld met snoepwaren. Recht tegenover de toonbank, vlakbij de etalageruiten. Ik dacht als klein jochie, dat ik met mijn handjes op mijn rug wel even een toffeetje uit een van die manden kon pikken. Dat had misschien gelukt als het nog licht was buiten. Maar dat was het niet. De duisternis buiten had de etalageruit in een spiegel omgetoverd. Een spiegel, waarin mevrouw Braam dat grijpgrage handje van mij kon zien. Ze pakte het wel erg vriendelijk aan. Ze zei : "Als je een snoepje wilt, mag je dat gerust vragen, hoor." Mijn oortjes vielen bijna van schaamte van mijn donkere koppie. Zonder haar om een snoepje te hebben gevraagd, gaf ze mij er een. Samen met het boodschappenboekje, waarin ze het bedrag van de aankopen had opgeschreven. Ik legde het gepikte exemplaar met schaamte in de mand terug. Misschien was het door haar manier van reageren, dat ik toch vaak graag naar die winkel ging. Naar die vriendelijke mevrouw Braam. Op de hoek van de Hoogmadeseweg en de Kastanjelaan was ook een kleine kruidenierswinkel van Hoogeboom. Maar daar deed mijn moeder nooit haar inkopen. Ze had immers een (op de pof) boekje bij Braam, waarin de aangekochte producten genoteerd werden. Later begreep ik de reactie van mw. Braam nog beter. Haar man werd namelijk later gereformeerd predikant in Hoofddorp, nadat hij de winkel had verkocht.