vrijdag 27 november 2015

Een Laverda om te janken

In de jaren 90 kregen wij nieuwe buren. Een jong stel met een dochtertje. Toen de nieuwe buurman mijn motor zag, de Honda CB 650 SC, vertelde hij dat hij ook motor had gereden. Dat was op een 500 cc Suzuki. Hij had hem nieuw gekocht en nog geen jaar later voor 1.500 gulden verkocht. Nou ja, verkocht. Ik noem dat weggegeven. Meneer was hem zat. Maar uit zijn verhalen maakte ik op, dat hij het vertikte fatsoenlijke motorkleding te kopen en te dragen.
Toch besloot hij weer een motor te kopen. Hij vroeg mij of ik samen met hem naar een Suzuki 850 GS wilde gaan kijken. Ergens in de buurt van Nieuw Vennep.
Jong geleerd....
Op het adres aangekomen deed een mevrouw met een gele stofdoek in haar hand open. Toen mijn buurman zei, dat hij voor de Suzuki kwam, veranderde haar vriendelijk uiterlijk in een chagrijnig masker. Ze zei bits : "Dan moet u achter wezen!" en smeet de deur dicht. We keken elkaar verbaasd aan.
Aan de achterkant van het huis stond de Suz in de tuin. Daar bevond zich ook een grote schuur. Door het raam zagen we iemand staan. We klopten op de deur en meneer in een stofjas kwam naar buiten.
Na handjes schudden liepen we naar de Suz. De verkoper vertelde over de staat en dat hij hem goed schoongemaakt had. Buurman maakte zich klaar voor een proefrit, terwijl meneer de Suz de tuin uitgereden werd.
Toen buurman uit het zicht was verdwenen, liepen de verkoper en ik naar zijn schuur. Daar binnen stond een hele rij Laverda's en een Engelse motor! Alle deels afgedekt met paardendekens om het stofhappen wat te temperen. Er stond zelfs een Jota 1000 tussen! Dat was ooit een standaard Laverda die door een Britse firma is aangepakt. Alle motoren hadden minder dan 1.000 km op de teller staan. Toen hij begon te vertellen over zijn hobby, ging ik steeds beter het chagrijnige gezicht van zijn vrouw te begrijpen. Meneer was er dag en nacht mee bezig. Hij had zelfs een kacheltje en een bed in dat schuurtje staan. De motoren hadden erg weinig van de wereld gezien. De gemaakte kilometers waren genoteerd tijdens ritjes in en rond de woonplaats. Dat waren de langste. De kortere bleven beperkt tot het straatje heen en weer.
Op een Suzuki
Dan verschijnt opeens een jongeman in de schuur. Het is zijn zoon, die net een Laverda heeft opgehaald. Pa schiet haastig de schuur uit richting de trailer. Bij de trailer aangekomen slaat de sfeer opeens om. Pa begint te huilen! Met tranen in zijn ogen stottert hij over gemonteerde onderdelen die niet origineel zijn. "Hoe kunnen ze een Laverda zoiets aandoen?!", jammert hij. Omdat ik ben opgevoed vanuit het credo 'Mannen huilen niet', dacht ik 'Wat een mietje!'. Zijn zoon staat er wat ongemakkelijk bij. Om zijn verdrietige pa wat te troosten begint hij met een zakdoek de motor wat af te nemen. Hij zegt : "Kijk pa, dat glimt nog mooi!" Pa bedaart wat en pakt de zakdoek af. Hij haalt een ijsstokje uit zijn zak, prikt hem in de zakdoek en steekt het geheel heel voorzichtig tussen de koelribben van de cilinders. Met haast strelende bewegingen begint hij de ribben schoon te maken. Zacht mompelt hij : "Komt goed, komt goed."Aandachtig en enigszins onthutst kijk ik toe. En zie, pa begint weer vrolijker te kijken.
Mijn buurman is inmiddels weer terug. Hij is tevreden en de koop wordt gesloten. Al met al nogal met horten en stoten, want pa's aandacht gaat bijna volledig uit naar de net gearriveerde Laverda. Hij geeft zijn zoon opdracht de verkoop verder af te handelen, terwijl hij inmiddels op de trailer zit en nog steeds aan het poetsen is. Als we vertrekken is er geen gelegenheid voor een hand, dus blijft het afscheid beperkt tot een bedankje en een tot ziens. Op de zware Suzuki 850 toerbuffel rijdt buurman weer naar huis, terwijl ik in de auto, nog in een soort roes verkerend, hem slaafs volg.