De eerste keer dat ik in aanraking kwam met het fenomeen RFID was begin jaren 80. Het had te maken met een toegangsbewakingssysteem dat onder mijn supervisie werd geïnstalleerd bij een bank. Mijn laatste contact met de chip was tijdens de invoering van de zelfbedieningssystemen in een aantal Flevolandse bibliotheken.
De chip schijnt uit de veeteelt te komen, waar men de dosering van voedsel voor rundvee mee regelde. Zo'n koebeest had een chip om zijn nek hangen en zodra hij bij de voerbak kwam kreeg hij al dan niet zijn dosering voer gepresenteerd. Misschien iets voor mensen die willen afvallen. Een chip om of beter in de nek en de koelkast blijft dicht, bellen gaan rinkelen bij snackbars en bij de schappen met snacks en andere geneugten in de supermarkt gaan sirenes loeien.
De mogelijkheden van de chip bleken toen al grenzeloos. In die tijd opperden we al de mogelijkheid om o.a. zo'n chip in auto's te monteren. Op die manier zouden auto's te traceren zijn via detectiesystemen langs of boven de wegen. Ook zou de snelheid gecontroleerd kunnen worden enz.
Men is nu een proef aan het doen met een RFID chip in de kentekenplaat. Doel van de proef is het misbruik van kentekenplaten te voorkomen. Maar zoals gezegd, biedt zo'n chip de overheid veel en veel meer mogelijkheden. Misschien is het slimmer om die kentekenplaat wat beter op de auto te bevestigen. Samen met de ruitenwissers is de kentekenplaatbevestiging ver achtergebleven in de ontwikkeling in de automobielindustrie.